Grote bonte specht (Dendrocopos major – Great Spotted Woodpecker)
bekijkt al dat moois eens van dichtbij. Zoetermeerse Plas vrijdag.

Het waren drie fantastische dagen! Een bruingroene wereld omgetoverd in wit met blauw.
Toen ik vrijdagmorgen uit het raam keek wist ik niet wat ik zag.
De bomen zo volmaakt gewit met rijp en sneeuw dat de vale winterkleuren onzichtbaar geworden waren.
De bodem dunnetjes bedekt met een laagje sneeuw. En daarboven het azuur aan een stralende hemel.

Zo snel als ik kon ben ik de polders ingegaan om te genieten van dit natuurfenomeen.
Ik heb wel wat landschapsfoto’s gemaakt, maar ik wilde vooral deze pracht als medicijn slikken
en dus heb ik urenlang op stille plekjes als De Wilck en het Spookverlaat doorgebracht.
Gewoon kijken naar de wonderlijke, fascinerende patronen die geen mens kan bedenken.

Deze grote zilverreiger (Casmerodius albus – Great Egret) kon geen wak meer vinden
en ging vrijdag in een plasje in Noordhove vanaf het ijs op muizenjacht.

Poetsende man sperwer (Accipiter nisus – Sparrow Hawk; male), vrijdag in de Barrepolder.

Zaterdag was het mooiste ervanaf, vandaag dooide het en was vrijwel alle wit verdwenen.
Ik heb nog twee schaatsers gezien, maar met al dat water op het ijs leek me dat niet prettig.
Er liepen al weer wulpen op de weilanden, een paar scholeksters, meeuwen, kraaien.
Kieviten nog niet teruggezien, die zijn ongetwijfeld tijdelijk wat naar het zuiden gegaan.

In de Zoetermeersche Meerpolder in Stompwijk zaten 66 (2 juveniele) kleine zwanen.
In de Geerpolder foerageerde een groepje van zes graspiepers op de natte weilanden.
Boven De Wilck en de Oostbroekpolder vloog een blauwe kiekendief, een jonge vogel of een adulte vrouw.

De bovenlaag is al weer zo zacht, dat deze scholekster (Haematopus ostralegus – Eurasian Oystercatcher)
vandaag in de Geerpolder naar hapjes aan het prikken was.

Ook wulpen (Numenius arquata – Curlew) foerageren weer op de weilanden,
vanmiddag o.m. in de Oostbroekpolder.

Deze ooievaar (Ciconia ciconia – White Stork; female) maakt het helemaal bont:
ze (geringd) stond woensdag al op haar nest in het Spookverlaat te klepperen.
Normaal gesproken horen ooievaars nu nog in Afrika te zitten,
maar de generatie winterblijvers past zich kennelijk snel aan onze winters aan.