In de dramatische achteruitgang van weide- en akkervogels lijkt de tureluur een uitzondering.
Volgens Sovon-gegevens broedde er in 2000 maximaal 25.000 paar en dit aantal zou licht stijgen.
Tureluur-kenner Wim Tijsen schreef me dat tureluurs hun succes danken aan het feit
dat ze niet alleen broeden in weilanden, maar ook op kwelders, akkerranden, in wintertarwe, slootkantjes.
Ze zitten met hun kuikens op wat veiliger plekken voor maaimachines zoals in slootkantjes, greppels
en soms in maïspercelen of aardappels of bieten later in het seizoen met wat grotere kuikens.
Grutto’s met hun kuikens bijvoorbeeld moeten het echt (vrijwel uitsluitend) hebben van lang kruidenrijk gras
met een wat open structuur wat insecten (voor de pullen) aantrekt en dat bereik je slechts met hoge waterstanden.
In het aangeharkte Nederland is er steeds minder ruimte voor dergelijke kruidenrijke weilanden.
Een tempootje trager boeren met veel aandacht voor natuur, zou van onschatbare waarde zijn voor de weidevogels.
Jonge tureluur (Tringa totanus – Redshank; juvenile), De Wilck 19 mei.
Voor de meeste vogels is de broedtijd de meest risicovolle periode, dus ook voor de tuutjes.
Van alle weidevogels worden vooral tureluurs nog wel eens op het nest ‘overvallen’ door predatoren
omdat ze erop vertrouwen niet gevonden te worden door hun verborgen broedwijze, aldus Wim.
Hij stuurde me foto’s van een torenvalk die een adulte tureluur op het nest had geslagen!
Als ze eenmaal kuikens hebben verdedigen tureluurs hun jongen met bijzonder veel energie.
Terwijl ik in De Wilck een fotoreportage maakte van een tureluur die een haas bij een pul verjoeg,
stond nog geen honderd meter verderop een fotograaf die zag hoe tureluurs een kat verdreven!
Tureluurs verplaatsen hun kuikens makkelijk over grote afstanden naar veiliger en voedzamer gebieden.
Zal de tureluur in staat zijn de kaalslag op akker- en weiland te overleven?
Vliegende tureluurs (Tringa totanus – Redshank) op 19 en 21 mei in De Wilck.