Gallen in beeld, Spinnen in beeld

Gallen in beeld, Spinnen in beeld

Al weer twee delen in de inmiddels beroemde serie ‘…in beeld’ die nu uit 21 deeltjes bestaat. De reeks mag nog lange tijd worden voortgezet als het hoge niveau en de gunstige prijs gehandhaafd blijven.

De nieuwe boekjes zijn ingericht volgens het beproefde recept: 32 pagina’s, dan enkele bladzijden met nuttige informatie en interessante weetjes en vervolgens de bespreking per afzonderlijke soort, met een karakteristieke tekening en vermelding van de opvallendste kenmerken. Ten slotte een uitklapkaart met afbeeldingen van de soorten.

Alle deeltjes zijn zo dun dat ze bij een natuurwandeling nauwelijks plaats innemen en je het gewicht bijna niet voelt. Dat betekent wel dat de informatie minder ver gaat, maar het is precies voldoende om in het veld alles te determineren wat algemeen voorkomt.

Gallen in beeld

Bijna iedereen kent wel de galappeltjes aan de onderzijde van eikenbladeren. Vrijwel alle planten krijgen te maken met insluipende insecten die de groei van de ‘gastheer’ in de war schoppen, zodat de plant rare bobbeltjes, knikkers, rozetjes, vlaggen of andere woekeringen gaat maken.

In Nederland worden vijftienhonderd verschillende gallen aangetroffen. Eiken hebben de grootste variatie: zestig soorten galwespen hebben het op de zomereik gemunt.

Niet alleen galwespen veroorzaken gallen. Behalve galwespen, galmuggen en galvliegen zijn er nog meer insecten die voor plantenwoekeringen zorgen, zoals cicaden, bladvlooien, schildluizen, tripsen, kevers, vlinders, galmijten en zelfs mogelijkerwijze een bacterie. Iedere soort heeft zijn eigen vorm gal. Het is meestal  makkelijker om de gallen uit elkaar te houden dan de galveroorzakers.

In dit boekje worden 22 verschillende galvormers en hun gallen besproken. Er is ruim aandacht voor de bekende galappeltjes op eiken (die blozende mini-goudreinetjes) en voor de generatiewisseling bij galwespen, een interessant fenomeen; bij veel galwespen bestaat de levenscyclus uit twee generaties, een ‘seksuele generatie’ met zowel mannetjes als vrouwtjes en een ‘agamie generatie’ met alleen vrouwtjes. De verschillende generaties maken verschillende gallen, soms op verschillende waardplanten.

Spinnen in beeld

Spinnen zijn geen insecten, zoals soms ten onrechte wordt beweerd, maar behoren tot de klasse van de spinachtigen binnen de geleedpotigen. De spinnen onderscheiden zich van andere geleedpotigen, waaronder insecten, doordat ze acht looppoten hebben.

Bekende en minder bekende wetenswaardigheden over spinnen, zoals de vraag hoe een wielweb wordt gemaakt, het verschijnsel dat de mannetjes na de paring soms door de grotere wijfjes worden opgegeten, en de anatomie van de spin komen aan de orde.

 


Spinnen_Gallen_in_beeld

Spinnen in beeld                         Gallen in beeld

 

Tekst                                               Tekst
Geert-Jan Roebers                      Kees de Heer        

 

Tekeningen                                    Tekeningen
Renée den Besten                        Renée den Besten

 

Uitgave                                             Uitgave
KNNV Uitgeverij 2009                   KNNV Uitgeverij 2009
32 pagina’s, 10 x 21 cm               32 pagina’s, 10 x 21 cm
ISBN 978 90 5011 293 2              ISBN 978 90 5011 249 9
€ 4,95                                               € 4,95

 


Wereldwijd komen vele duizenden spinnensoorten voor; in ons land meer dan zeshonderd. In dit boekje worden daarvan de bekendste getoond: 21 echte spinnen en 3 spinachtigen (de schapenteek, het geluksspinnetje – eigenlijk een mijt! – en de gewone hooiwagen).

 

De goede beschrijvingen en de heldere tekeningen zorgen ervoor dat je deze spinnen snel op naam kunt brengen. Er wordt echter gewaarschuwd dat determinatie van spinnen eigenlijk specialistenwerk is. Om ze met zekerheid op naam te brengen, moet op de geslachtsorganen worden gelet. De vorm daarvan geeft pas uitsluitsel over de soort.

De in dit boekje behandelde soorten zijn wel op het oog te herkennen, echter niet met de volle honderd procent zekerheid. Kleur en patroon kunnen variabel zijn, en nog belangrijker: de meeste genoemde soorten hebben een of meerdere dubbelgangers.

Ronald Klingers, 3 augustus 2009