Oudervogels laten poepzakjes (nestlings’ droppings packet) van hun kroost overal vallen,
je vindt ze niet gemakkelijk terug. Op de foto een poepzakje van een mereljong.
Pa merel was zo goed het zakje vlak voor mijn neus in de tuin te droppen, vrijwel onbeschadigd.
Om uitbreiding van de besmettelijke ziekte ‘het geel’ (Trichomonasis) onder wilde vogels te voorkomen,
moeten we ze voorlopig (tot het kouder wordt) niet meer bijvoederen en drinkbakjes wegzetten.
Een nuttig advies van Vogelbescherming want het is een dodelijke vogelziekte (niet voor mensen).
De vondst van dode vogels, door welke doodsoorzaak ook, kan worden gemeld bij SOVON.
Normaal gesproken heeft Vogelbescherming geen bezwaar tegen voederen in de zomer,
ook al is er voldoende voedsel en water beschikbaar. Leuk toch al die vogels in de tuin!
Echter, het ophangen van vetbollen en pindanetjes is tijdens de broedperiode uit den boze.
Ontlasting (pis en poep) van sommige jonge vogelsoorten komt via de cloaca in een poepzakje terecht:
dat is niet meer dan een vliesje dat om de uitwerpselen zit, een soort capsule.
Zodra een oudervogel voedsel gebracht heeft, wacht hij/zij of een kleuter iets terug te geven heeft.
Zo ja, dan draait die zijn gat in de richting van de oudersnavel, perst het poepzakje half uit
en de ouder pikt het uit de cloaca (uitgang endeldarm). Pa/ma brengt het vervolgens buiten het nest.
Op films of via webcams heb ik deze handelingen een aantal malen kunnen volgen.
Als een jonge vogel echter (veel) vet eet, wordt zijn ontlasting dun en komt het niet meer in een zakje.
De jonge vogels liggen in hun eigen drek, vervuilen en worden koud en kunnen daaraan zelfs doodgaan.
Daarom vind ik het onjuist om vogels tijdens het broedseizoen vetbollen aan te bieden.
Als bijvoeding in koude maanden is het prima. Kijk op internet voor het zelf maken van vetbollen.
Nog een aardigheid over de poepzakjes. Jonge liervogels doen het zo:
ze ‘ schieten’ de poepzakjes af, de ouder vangt het buiten het nest op en brengt het vervolgens ver weg.
Zo zie je maar dat zelfs de sanitaire huishouding in de vogelwereld boeiend is!
Vroeger maakten we varkentjes met luciferhoutjes van deze waterplanten, de snuit zit er al aan!
Het zijn de vruchten van de gele plomp (Nuphar lutea – Yellow Water-lily), talrijk in polderslootjes.
In en rond De Wilck zie je in deze tijd soms purperreigers (Ardea purpurea – Purple Heron; juvenile).
Het is een jonge vogel, want bruin op de bovenvleugel. Bij adulte purperreigers zijn ze geheel grijs.
Paapje (Saxicola rubetra – Whinchat), foto vrijdag in de omgeving van De Wilck.
Zaterdagmiddag een paar uurtjes heerlijk in de zon op mijn krukje in De Wilck gezeten.
Doorlopend hoorde ik de roep van regenwulpen en een zangkoor van goudplevieren.
De vogels rustten samen met kieviten, spreeuwen en wulpen op een weiland.
Als er kiekendieven overvlogen (er waren er drie aan het jagen) gingen ze de lucht in:
goudplevieren zijn dan makkelijk te tellen (ca. 150), ik schat een stuk of tien regenwulpen.
Verder o.m. enkele witgatjes, watersnippen, een paapje, een tapuit, tien grote zilverreigers.
Vanmorgen zag ik een recordaantal grote zilverreigers in De Wilck: 13 bij elkaar.
Ze zaten op de weilanden aan de westkant van het natuurgebied.
Later vanmorgen op de Starrevaart o.m. de volgende waarnemingen gedaan:
aalscholver 55, grote zilverreiger 1, lepelaar 31, pijlstaart 6, zomertaling 4, porseleinhoen 1,
kluut 4, kemphaan 13, watersnip >50, grutto 10, zwarte ruiter 13, tureluur 1, witgat 1, oeverloper 5, visdief 3,
honderden goudplevieren, een zwarte zwaan plus een groep van 9 overzwevende ooievaars.
Wulp (Numenius arquata – Curlew; male adult) vanmorgen in De Wilck. Korte snavel, een (adulte) man.
‘Tropische’ beelden vanmorgen in De Wilck: een groep van 13 grote zilverreigers
(Casmerodius albus – Great Egret) aan het foerageren in een sloot; op de foto zijn er 11 te zien.
|