Zo veel grote zilverreigers als vorige week (woensdagmorgen 18!)
zitten er op het ogenblik niet meer in De Wilck. Het aantal is flink afgenomen.
Gistermorgen nog maar drie. Zou het te maken hebben met de harde wind?
In de periode dat het windluw was zaten er dagelijks meer dan tien.
Misschien was dat een groep die op doortrek was. Dat zal de komende weken blijken.
Naast de grote zilver foerageerde gisteren ook een blauwe reiger.
Hun jachtgedrag verschilt behoorlijk. De blauwe gaat meestal roerloos op een leuk stekkie staan,
wachtend op een passerende vis of muis. Je ziet hem niet zo vaak op sluipjacht.
De zilverreiger jaagt actiever, loopt meestal in het water, trilt wat met zijn poten
en de opgeschrikte visjes worden dan bliksemsnel gepakt. Meestal klein grut.
Soms ook een forse vis, in de slootjes in De Wilck zitten nogal wat zeelten en forse voorns.
Nadat hij gisteren als voorgerecht heel wat kleine hapjes had verorberd, vistapa’s zal ik maar zeggen,
ving hij als hoofdgerecht een stevige zeelt. Voor mij zou dat als lunch genoeg geweest zijn,
de vogel ging echter gewoon door met vissen, waarschijnlijk op zoek naar nog wat nagerechtjes.
Ook opwapperende kopveren gisteren bij de blauwe reiger (Ardea cinerea – Heron).
Vrijdag vloog boven de Starrevaart nog een late gierzwaluw.
Drie boomvalken gezien: Stompwijk, Leidschendammerhout en Spookverlaat.
***
Donderdag schreef ik dat wapenvliegen hun naam danken aan de dubbele stekels op het borststuk.
Een reactie hierop was, dat de naam is gegeven vanwege het wapenschildvormige achterlijf. Klinkt logisch.