Auteur Illustraties Uitgave Oorspronkelijke titel Nederlandse actualisering |
De Nieuwe Vlindergids
De dagvlinders van Europa en Noordwest-Afrika Lange tijd waren er geen Nederlandstalige vlindergidsen voor Europa, sinds kort zijn er twee, beide herdrukken. Dagvlinders van Europa van Tristan Lafranchis is in 2009 beperkt herzien (klik hier voor de recensie), De Nieuwe Vlindergids van Tolman en Lewington is ook niet veel gewijzigd maar wel geactualiseerd en handiger ingedeeld. Er bestaan flinke verschillen tussen beide gidsen. Belangrijkste is dat Lafranchis werkt met foto’s en Vlindergids met tekeningen (per soort vaak meer dan foto’s). Hierdoor kunnen de verschillende kenmerken benadrukt worden, bij foto’s is dat minder gemakkelijk. Bij foto’s zijn de kleuren natuurlijker, op tekeningen kunnen die soms iets afwijken. Andere verschillen zijn dat de Vlindergids ook vlinders heeft opgenomen uit het noordelijk deel van Marokko, Algerije en Tunesië en dat de beschrijvingen uitgebreider zijn. De Lafranchis werkt door het hele boek met determinatiesleutels, de Vlindergids volgt de klassieke indeling van families, volgens de nieuwste taxonomische inzichten. Beide gidsen zijn prima, hebben voor- en nadelen maar vullen elkaar uitstekend aan (foto’s en tekeningen). Wil je uitsluitend een gids van Nederland (eigenlijk heel het Noordwest-Europese laagland) dan geeft De Nieuwe Veldgids Dagvlinders nog steeds de meeste informatie, met tekeningen en foto’s. Plus alle namen in het Frans, Duits en Engels, dat missen de beide ‘Europese’ gidsen. In de vorige De Nieuwe Vlindergids stonden de tekeningen en de teksten van de vlinders niet bij elkaar. Nu wel, dat is een hele verbetering want je hoeft niet meer heen en terug te bladeren. Lafranchis heeft een iets groter formaat en meer pagina’s. Toch is het boek dunner omdat er geen dikke en zware harde kaft omheen zit zoals om de Vlindergids, de letters zijn echter veel groter. Van mij mag de Vlindergids hetzelfde formaat behouden maar dan met een stevig geplastificeerde kaft en dunner papier: een veldgids moet zo handzaam mogelijk zijn en mag best een beetje ‘kreuken’. Zoals het een goede gids betaamt, wordt vermeld waar de soorten voorkomen inclusief verspreidingskaartjes, en verder de verschillende variaties binnen de soorten, de vliegtijd, de levensloop, het gedrag en eventueel speciale opmerkingen. Bij opvallende kenmerken staan pijltjes in de tekeningen. Al met al kan ik alleen maar enthousiast zijn over deze nieuwe editie van De Nieuwe Vlindergids, die nu de vakanties naar zuidelijke landen gaan beginnen, ongetwijfeld tot de bagage van veel natuurliefhebbers zal behoren. AdG, 24 mei 2010 |
De Nieuwe Vlindergids
|