Twee rustende juveniele paapjes (Saxicola rubetra, Whinchat; juveniles).
Paapjes zijn prachtig getekende, vrij kleine vogeltjes, uit de familie van de tapuiten.
Vaak zie je ze met neef en nicht ‘gewone’ tapuit samen als ze op trek zijn.
Ze broeden in heel Europa, in ons land enkele honderden paren (aantal neemt af)
en dan vooral in Drenthe, Oost-Groningen en Oost-Friesland, gering aantal in de duinen.
Op het ogenblik is de trek begonnen en gaan paapjes zoetjesaan richting Afrika.
In gebieden zoals bij mij – in het westelijk deel van het Groene Hart – zie je ze de hele zomer niet,
maar zo vanaf augustus tref je ze op stille weggetjes, boerenpaden, op palen en hekken.
Gisteren zag ik een groepje van vijf in Leidschendam-Voorburg. Het zijn vaak jonge vogels,
die lijken sterk op hun moeders maar ze hebben kleine spikkels op hun borst.
Jagende boomvalk (Falco subbuteo, Eurasian Hobby) vanmiddag in Lentevreugd, Wassenaar.
Vrouw steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum, Vagrant Darter; female),
eveneens vandaag in Lentevreugd. Een vrij talrijke soort.
Er zijn flink wat soorten heidelibellen, je kan je er makkelijk in vergissen.
Bloedrode, steenrode en bruinrode heidelibel komen bij ons het meest voor.
Ook is er snel verwarring met o.m. de zeldzame Kempense en zuidelijke heidelibel.
Op deze fotobewerking vier kenmerken waarom het een vrouw steenrode heidelibel is.
Van links naar rechts: de streep langs het voorhoofd loopt onder het oog door (karakteristiek).
Zwart-gele poten; dat hebben ook bruinrode heidelibellen, bij bloedrode zijn ze egaal zwart.
Bij oudere vrouwtjes verkleurt de rug van geel naar rood.
De legschede staat bijna haaks op het lichaam; bij de bruinrode ‘ligt’ de legschede.
Geheel rechts: het achterlijf aanhangsel van een vrouw steenrode heidelibel.
In 1993 zijn voor het eerst in Nederland meldingen gemaakt van de hooiwagen
Dicranopalpus ramosus (a Harvestman), ook wel strekpoot genoemd.
Ze komen van oorsprong uit Marokko, maar maken een snelle opmars in Europa; Portugal 1948.
Karakteristiek is de rusthouding: de lange poten geheel zijdelings uitgestrekt.
Deze vrouw strekpoot (er waren er twee) zat deze week op de conifeer in onze tuin.
Ze zijn lastig te ontdekken: hun lichaam is slechts ca. een halve cm groot!