Rotganzen zijn echte kustgasten. Ze overwinteren op zee en langs grote wateren,
in de binnenlanden zie je ze zelden. Dus heb ik ze vandaag maar eens opgezocht.
Langs de Brouwersdam, de verbinding tussen Holland en Zeeland, zijn er altijd wel.
En de laatste tijd worden onder meer daar ook de zeldzame witbuikrotganzen gemeld.
De rotgans is onze kleinste (algemene) ganzensoort, ze hebben wel wat weg van flinke eenden.
Geheel donkere kop en hals, waarop een witte halve maan te zien is.
De onderzijde van de rotgans is donker, tot onder de poten door.
Witbuikrotganzen zijn van onderen vrijwel geheel wit of grijsachtig.
De rotgans broedt op toendra’s in het arctische noorden van Rusland en Siberië,
de veel zeldzamere witbuikrotgans komt voor op Groenland en Spitsbergen.
Rotganzen (zo genoemd vanwege hun geluid ‘rot’) zijn ’s winters talrijk bij ons,
maar de witbuiken blijven meestal bij Denemarken en Groot-Brittannië hangen.
In sommige jaren – en nu lijkt er weer een influx te zijn – komt een aantal bij ons buurten.
Langs de Brouwersdam telde ik vandaag ruim twintig witbuikrotjes. En veel meer gewone rotjes.
Nog twee foto’s van witbuikrotjes (Branta hrota, Pale-bellied Brent Goose).
Het verschil met ‘gewone’ rotganzen (Branta bernicla, Brent Goose) is goed te zien.
Kanoet in winterkleed (Calidris canutus, Red Knot).
Ook langs de Brouwersdam deze rosse grutto (Limosa lapponica, Bar-tailed Godwit).