Boomvalk (Falco subbuteo, Eurasian Hobby) vanmorgen in Noord Aa op libellenjacht.
Het was gisteren in Poelgeest niet alleen maar ganzenleed (daarover een volgende keer meer).
Het zijn twee tegen elkaar liggende poldertjes die bruisen van het (vogel)leven. Heel afwisselend.
Vaak foerageren er doortrekkende steltlopers, zoals deze oeverloper (Actitis hypoleucos, Common Sandpiper).
Oeverlopers broeden vrijwel overal in Europa, in ons land slechts een tiental paren (volgens Sovon).
Veel zeldzamer zijn de Temmincks strandlopers (Calidris temminckii, Temminck’s Stint),
broedvogels van het hoge noorden. Het zijn kleine, onopvallende vogels, ter grootte van een mus.
Bovendien ‘sluipen’ ze meestal langs slikrandjes waardoor ze nog minder opvallen.
Trouwens, zo’n klein maar dapper kievitskuiken (Vanellus vanellus, Lapwing) valt in de modder ook niet op.
Boerenzwaluwen (Hirundo rustica, Barn Swallow) maken dankbaar gebruik van de modder
om er nestmateriaal uit te halen. Takjes, strootjes en blubber, het laatste dient als specie.
Parende meerkoeten (Fulica atra, Eurasian Coot). Deze vogels broeden diverse malen per jaar.