Een van de leukste vogels in het veld is de patrijs (Perdix perdix, Grey Partridge).
In deze tijd van het jaar is de kans groot dat je jonge ‘veldkipjes’ ziet.
Bij mij in de omgeving zwerven diverse koppels rond, al wordt hun aantal minder,
wat in het drukke westen van Het Groene Hart vooral komt door bebouwing.
Dit zijn foto’s van één familie van acht jonge patrijzen en de waakzame hen,
donderdag (zon) en gisteren (grauw) gefotografeerd. Ook de haan was erbij, niet op de foto’s.
Ik was nog erg jong, toch herinner ik me hoe onze buurjongen Arie
mij op de weilanden van zijn vader een nest van een patrijs liet zien.
Een stuk of twintig olijfachtige eieren, tegen elkaar gedrukt in een kuiltje.
Veel uit mijn jeugd ben ik vergeten, maar zulke ervaringen zijn onuitwisbaar.
Het schijnt de laatste decennia gelukkig beter te gaan met de patrijzenstand,
die door de jacht en het beheer van onze cultuurgronden sterk was teruggelopen.
Al ondervinden vooral jonge patrijzen, die nagenoeg uitsluitend insecten eten,
veel last van het gebruik van landbouwgif tegen de bestrijding van insecten.
Ook door het gebruik van kunstmest en onkruidgif leggen patrijzen het loodje.
Waarom heidelibellen heidelibellen heten, weet ik niet, ze zijn overál talrijk.
Het zijn kleine soorten libel die meestal vanaf juni/juli gaan vliegen.
Gisteren bij de Starrevaart een steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum, Vagrant Darter).
Ze lijken op bruinrode, maar die hebben geen aflopende zwarte streep langs de ogen.
De bloedrode heidelibel is gemakkelijker: geen gele strepen langs de poten.
Dodaars (Tachybaptus ruficollis, Little Grebe) op 15 juli in Zoetermeer.
Foto boven met een groene kikker, op de foto onder met waarschijnlijk een stekelbaarsje.