Rotsmussen (Petronia petronia, Le Moineau soulcie, Rock Sparrow) zitten meestal hoog.
Foto boven: de kleine gele keelvlek is goed te zien. Als ze ineengedoken zitten, is hij niet zichtbaar.
In de paar gehuchten op de Causse Méjean in de Lozère kwamen rotsmussen voor.
Bij en tegenover de kerk van Hures kon je vrijwel zeker een musje zien of horen.
Hun roepjes zijn onmiskenbaar en op die manier kan je ze al gauw ontdekken.
Zeker ’s morgens vroeg zag je ze op hun hoge uitkijkposten op stenen daken zitten.
De vogeltjes zijn stevig gebouwd, zwaar gestreept, bij adulten kan je soms de gele keelvlek zien.
Rotsmussen komen op kale terreinen in het zuidelijkste deel van Zuid-Europa voor:
Turkije, Griekenland, Zuid-Italië, Zuid-Frankrijk, Spanje en Portugal, soms in flinke groepen.
Soms zag ik op de causses grote groepen alpenkraaien (Pyrrhocorax pyrrhocorax, Le Crave à bec rouge,
Red-billed Chough; above), het is me niet goed gelukt ze van dichtbij te fotograferen.
Datzelfde gold voor raven (Corvus corax, Le Grand Corbeau, Common Raven) die veel schuwer waren.
Vrijwel dagelijks hoorde je hun luide bas op de camping klinken en zag je ze hoog overvliegen.
Knoopkruidparelmoervlinder (Melitaea phoebe, Le Mélitée des centaurées ou Grand damier, Knapweed Fritallary)
is een van de vele, vaak lastig uit elkaar te houden, parelmoervlinders in de Cevennen.
De heivlinder (Hipparchia semele, l’Agreste, Grayling) komt ook bij ons voor, de status hier is ‘gevoelige soort’.
De naam prachtklokje of perzikbladklokje (Campanula persicifolia, La campanule à feuilles de pêcher
ou La campanule de Perse, Peach-leaved Bellflower) hoeft geen nadere toelichting!