Alle foto’s van vandaag. Steenlopers (Arenaria interpres, Ruddy Turnstone) zijn niet schuw.
In winterkleed zien ze er wat saaier uit, maar het blijft leuk om ze te fotograferen.
Midden november 2011, klein oostenwindje, stralende zon, lekkere temperatuur.
Voor het laatste deel van de vogeltrek waren de omstandigheden niet zo gunstig,
maar voor de zongevoelige pijnappelklier (heb ik die nog wel?) was het een zalige najaarsdag.
Langs het Zuiderhavenhoofd in Scheveningen trokken nog vier atalanta’s zuidwaarts,
ook een witje (zag niet zo snel stippen, ik denk klein geaderd)
en twee nachtvlinders: bruinig, misschien wat oranje, met lichtere vleugelvlekken, onbekend.
Nu en dan liet een grijze zeehond zich zien, volgens sommige vissers Bertus,
andere vissers dachten Hendrik… Bij het Noorderhavenhoofd zwom een grote zee-eend.
Een tapuitje, twee oeverpiepers, steenlopers, wat ganzentrek, het was erg rustig.
Het gebeurt volgens de zeevissers wel meer dat een vogel in een vislijn vliegt,
maar volgens hen komen ze zelden aan de haak. De draad zit dan om hun lichaam.
Dat overkwam vanmorgen deze scholekster (Haematopus ostralegus,Oystercatcher; fishline).
Nadat hij was ‘ binnengehaald’ kon hij geschrokken maar ongeschonden verder vliegen.
Grote zee-eend (Melanitta fusca, Velvet Scoter) dobberde lange tijd bij het Noorderhavenhoofd.
Al enkele dagen verblijven één of twee grijze zeehonden ( Halichoerus grypus, Grey Seal) bij de pieren.
Tapuiten (Oenanthe oenanthe, Northern Wheatear) zie ik in de polders niet meer, wel op de zuiderpier.