Gevleugelde architecten

Gevleugelde_architecten.jpg

Schrijver
Peter Goodfellow

Vertaling
Ger Meesters

Uitgave
De Fontein|Tirion 2011
160 pagina’s, 20,5 x 25 cm
ISBN 978 90 5210 307 5
€ 19,95

Oorspronkelijke titel
Birds as builders

Gevleugelde architecten
Hoe vogels hun nesten ontwerpen en bouwen

In dit boek wordt uit de doeken gedaan welke typen vogelnesten er bestaan. Dat gebeurt aan de hand van twaalf verschillende vormen: nestkuiltjes, holen & tunnels, platformnesten, waternesten, komvormige nesten, koepelvormige nesten, moddernesten, hangende & geweven nesten, kuilnesten, kolonies & groepsnesten, priëlen en ten slotte eetbare nesten en voedselvoorraden.

Elk hoofdstuk begint met een overzicht van het betreffende type, met een samenvatting van de structurele kenmerken en bouwmethoden en een opsomming van enkele vogelfamilies of -soorten die een nest van dat type bouwen. Vervolgens wordt een ‘blauwdruk’ gegeven van de bouwkundige kenmerken van het nest.

Daarna worden materialen en eigenschappen van het betreffende nesttype aangeduid, gevolgd door een beschrijving van de bouwtechnieken. Aan het slot staan ‘praktijkstudies’ met voorbeelden (per vogelsoort) van het nesttype.

Deze opsomming van de inhoud ziet er op het eerste gezicht indrukwekkend uit. Bij de uitwerking daarvan komt aan het licht dat het boek niet erg veel diepgang heeft. Dat komt volgens mij door de ietwat gekunstelde indeling in nesttypen en door het feit dat vogelsoorten van over de gehele wereld worden behandeld.

Over die gekunstelde indeling merk ik op dat de typeringen diverse overlappingen kennen (een meerkoetennest bijvoorbeeld past wat mij betreft in minstens twee categorieën: platformnest en waternest) en ook overigens niet voldoende helder omlijnd zijn om een goede afbakening tussen de vormen te garanderen. Zo begrijp ik het verschil niet goed tussen een nest van de hoornkoet, dat wordt getypeerd als kuilnest, en van de fuut, dat wordt getypeerd als waternest.

Door niet uit te gaan van vogelfamilies of geslachten, maar van alle vogels in de gehele wereld, louter onderscheiden door de vorm van het nest, gooit het boek heel veel op een hoop. De vraag is wat voor zin de onderverdeling in deze nesttypen dan nog heeft.

Dit alles laat onverlet dat het boek lekker weg leest en veel aardige wetenswaardigheden bevat. Na lezing blijft de bewondering hangen voor met name de bouwers van de ingewikkeldere nesten. Dat een vogeltje, slechts gewapend met sneb en poten, zo’n kunststukje in elkaar weet te zetten, blijft toch één van de wonderen van de natuur. De mooie foto’s en leuke tekeningen ondersteunen dat gevoel.

Ronald Klingers, 30 november 2011