De steenuil

De_steenuil.jpg

Auteurs
Ronald van Harxen en Pascal Stroeken

Illustraties
Elwin van der Kolk en Jos Zwarts

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2011
i.s.m. STONE (Steenuilenoverleg NL)
23 x 21 cm, 160 pagina’s
ISBN 978 90 5011 398 4
€ 22,95

***
Ronald van Harxen en Pascal Stroeken
zijn op 14 december onderscheiden met de
Gouden Lepelaar 2011.

Deze landelijke onderscheiding van Vogelbescherming Nederland wordt jaarlijks uitgereikt aan personen die zich op uitzonderlijke wijze hebben ingezet voor het beschermen van vogels.

De steenuil

Vier jaar geleden verscheen het informatieve boek Steenuilen. Dat smaakte kennelijk naar meer want nu is ‘De steenuil’ uitgebracht. Boeken en artikelen en foto’s van deze geweldig leuke erfvogels doen het heel goed.

Begrijpelijk, want steenuilen spreken sterk tot de verbeelding. En omdat deze van oorsprong Zuid-Europese vogels van warmte houden, kan je ze op mooie dagen wel eens in de zon zien zitten. Andere uilen krijg je overdag vrijwel niet te zien, misschien eens een overwinterende, jagende velduil of een roestende ransuil.

Dit boek is opgebouwd op basis van gegevens uit ruim 25 jaar onderzoek naar steenuilen in de Zuidoost-Achterhoek, een gebied met de grootste steenuilendichtheid van ons land. De onderzoekers, tevens de auteurs, hebben rijkelijk geput uit hun schat aan gegevens.

Zoals: steenuilen leggen gemiddeld 4 eieren waaruit 2,26 jongen komen, met grote verschillen per jaar. Een kwart van de legsels mislukt, meestal in de eifase. De dood van een van de ouders (verkeer, verdrinken, bekneld raken in schoorstenen) en predatie zijn belangrijke oorzaken van mislukkingen.

Behalve de informatieve hoofdstukken over de steenuilenfamilie, de geschiedenis (steenuil als symbool van wijsheid) en uitgebreide literatuuropgave bevat het boek bijzonder aardige persoonlijk getinte verhalen van uilenliefhebbers uit diverse regio’s, ook uit Vlaanderen.

Het boek is zeer levendig opgemaakt met veel foto’s en illustraties. Of leuke korte stukjes zoals over het tijdrovende prooionderzoek van Johan van Zoest in de jaren tachtig. Nu gaat dat anders: in het boek wordt uitgebreid ingegaan op het moderne onderzoek naar de prooien van steenuilen.

Het ideale erf is een klein leefgebied waar de steenuil alles van zijn gading kan vinden en waar deze vlees-alleseter voldoende voedsel kan vinden, van muizen, kleine vogels, kikkers tot kevers, rupsen, wormen en maden. De sterke verandering van het landschap is funest voor de steenuil: de opkomst van mais, “een ramp voor natuur en landschap”, de toename van cultuurgrassen, het verdwijnen van (oude) varkens- en kippenschuurtjes enz.

Erg interessant is het hoofdstuk met tal van foto’s over de nestlocaties van steenuilen. Het is verrassend te zien (dat wordt met pijltjes en cijfers toegelicht) waar de nestingangen zitten en waar de eieren gelegd worden, soms vlak bij elkaar, soms niet. En soms nemen de uiltjes genoegen met een heel kleine nestruimte, soms hebben ze meters ruimte. Een echte opportunist, mag je vaststellen.

“Steenuilen zijn de huismussen onder de uilen. Steenuilen en mensen horen bij elkaar”, schrijft Koos van Zomeren in een voorwoord. Dit boek straalt inderdaad de liefde van de mens voor dit kleine uiltje op een boeiende manier uit.


AdG, 16 december 2011