In het weekend zag ik op een licht begroeid terrein een kleine plevier drentelen, meter of dertig.
Stilstaan, kijken, insect pakken, stukje lopen, stilstaan, kortom, het bekende plevierenritueel.
Ik klapte mijn driepootje uit, camera met camouflagenet op statief en rustig zitten kijken.
Het mooi getekende pleviertje met zijn opvallende gele oogring kwam steeds wat dichterbij.
Het geklik van mijn fototoestel viel bij de vogel kennelijk goed in het gehoor,
want telkens als ik afdrukte, ging zijn kopje schuin en trippelde hij weer een paar meter naar me toe.
Ik schrijf ‘hij’, maar het was wellicht een ‘zij’, gelet op de smalle zwarte borstband. Lastig te beoordelen.
Omdat ik al op grote afstand was gaan fotograferen, had ik de 2x converter op de lens (= 600mm) gezet.
Die kon ik niet meer verwijderen zonder verstorende bewegingen te maken. De plevier kwam zo dichtbij
(ik schat op 2,5 meter) dat ik niet meer scherp kon stellen. Het is overigens wel een apart gevoel
om op zo’n korte afstand zo onbekommerd naar zo’n diertje te kunnen kijken! Totdat ik mijn knieën moest strekken
en de vogel wegtrippelde. Ik keek hem na en zag ineens een stuk verderop een tweede plevier.
Deze zat aan de rand van het (openbare) pad tussen de steentjes. En dat in deze tijd van het jaar!
Toen er iemand aankwam, drukte de vogel zich en kroop weg de vlakte op, en wist ik wel genoeg: een nest!
De vogel kwam terug, ging zitten, er kwam weer iemand aan en toen de plevier toch van het nest was,
heb ik vlug even gekeken en een foto gemaakt van een volledig legsel met vier eieren.
Toen ik verder ging trof ik een meter of honderd verderop eenzelfde situatie aan: pal langs het pad
zat een tweede kleine plevier, eveneens op een nest met vier eieren. Op wel zeer gevaarlijke plekjes!
Immers het zijn paden waar regelmatig mensen passeren, soms auto’s, en honden niet te vergeten.
Ik heb de beheerder intussen geïnformeerd in de hoop dat er ‘iets’ aan bescherming kan worden gedaan.
Een foto van een jonge roodborsttapuit (Saxicola rubicola, Stonechat; juv.) zal niet vaak in Benthuizen gemaakt zijn!
Het zijn vogels die vooral broeden in duin en op heide, veel minder vaak in cultuurlandschappen.
Tuinhangmatspinnen (Linyphia hortensis, a Sheet Weaver or Money Spider; female) hangen onderaan hun web,
een soort hangmat. Insecten die daarin vallen zijn de klos. Vrouw spin ca. 5 mm. In de heemtuin in Leiderdorp.
Ook in de heemtuin gisteren deze wijngaardslak (Helix pomatia, Burgundy Snail), zo’n 10 à 12 cm lang.