Larvenhuidjes van Libellen

Larvenhuidjes_libellen.jpgAuteurs
Christophe Brochard, Dick Groenendijk,
Ewoud van der Ploeg en Tim TermaatFotografie
Christophe Brochard
www.cbrochard.comwww.cbrochard.com
Uitgave
KNNV Uitgeverij 2012
320 pagina’s, 17,5 x 24,5 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5011 409 7
€ 49,95

Libellenhuidje260612.jpg
Onbekend libellenhuidje,
juni 2012 op krabbenscheer, Hazerswoude

Fotogids
Larvenhuidjes van Libellen
Een zeldzaam vakkundig gemaakte natuurgids. De tekst is informatief en kernachtig, de macrofoto’s zijn van een zeer hoog niveau door het gebruik van moderne technieken, de toelichting op de details van de illustraties is heel duidelijk.

Al deze indrukken borrelden bij mij op toen ik dit boek over larvenhuidjes van libellen aan het lezen en bekijken was. Alles klopt in deze gids: de basisgegevens over de levenscyclus van libellen, de biologie van de larven van libellen, de uitleg over de huidjes van de uitgeslopen libellen, de uitgebreide determinatiesleutel (de kern van de gids) en de soortbesprekingen inclusief fotopagina’s van larvenhuidjes op ware grootte en van levende libellenlarven.

Iedere natuurliefhebber geniet van libellen, die kleurrijke helikopterachtige insecten die je meestal rond water kan vinden. Er zijn een kleine zesduizend soorten over de gehele wereld bekend, in onze contreien (Noordwest-Europa) zo’n tachtig.

Al die libellen (de ‘echte’ libellen en de waterjuffers) kennen een zogenoemde onvolledige gedaanteverwisseling. Bij bijvoorbeeld vlinders lijken de larven (rupsen) totaal niet op het ‘eindproduct’ vlinder, dat noem je dan een volledige gedaanteverwisseling. De libellenlarven lijken al op de uiteindelijke libelle. Het duurt soms jaren voordat een libellenlarve, na diverse vervellingen, het laatste stadium heeft bereikt, uit het water kruipt, voor de laatste maal vervelt, het huidje achterlaat en vervolgens als prachtig insect in onze wereld verschijnt.

Over die achtergebleven huidjes gaat dit boek. Die kan je vinden aan plantenstengels vlak boven het water, in graspollen en andere vegetatie soms tientallen meters bij het water vandaan. Aan de huidjes kan je de soort herkennen en zo een goed beeld verkrijgen van de libellenpopulatie in het gebied. Die huidjes vertellen vaak meer over de lokale aanwezigheid van libellen dan de uitgevlogen en wellicht naar elders vertrokken libellen zelf.

Ik heb regelmatig huidjes gevonden, maar kon ze niet determineren, mede wegens gebrek aan een determinatiegids. Die is er nu dus. Tot in de kleinste details zijn de foto´s te bekijken van de huidjes, allemaal haarscherp. Er is gebruik gemaakt van ´stacking`: elk huidje is vele malen gefotografeerd, steeds op een ander stukje scherp gesteld, en vervolgens zijn die foto’s in een speciaal programma samengevoegd. Resultaat: over de gehele lengte en breedte zijn de foto’s spectaculair scherp. Verbluffend.

Om libellenhuidjes te herkennen zijn details noodzakelijk, het gaat om ‘doorntjes’, ‘haarpluimen’, ‘beaderingen’, ‘banderingen’, ‘segmenten’ enz. Om die kleinste onderdelen goed te kunnen onderscheiden, heb je een sterke vergroting nodig, een stereoloep die tot veertig keer kan vergroten. Zo’n binoculair is stevig aan de prijs en je moet je echt wel specialiseren in de determinatie van libellenhuidjes om zo’n aankoop te doen.

Helaas is het vrijwel onmogelijk om vanaf foto’s die je in het veld maakt, de huidjes via de determinatietabel op naam te brengen. Je zal ze moeten verzamelen en conserveren (in het boek staat hoe dat moet) en onder de superloep moeten leggen om zeker te weten welke libelle uit dat huidje geslopen is.

AdG, 3 augustus 2012