Wie is daar? Ransuil (Asio otus, Hibou moyen-duc, Long-eared Owl) vanmorgen in Leiderdorp.
Hondje in de buurt! De ransuil weet niet dat honden niet kunnen klimmen en verliest hem geen moment uit het oog.
O, was dat De Groot van Vogeldagboek die hier langskwam. Dan eerst even mijn vingers natellen…
Ransuilen zijn vogels die een verborgen leven leiden. Overdag slapen ze tussen de takken en de bladeren,
jagen doen ze in de schemering en 's nachts. Alleen tijdens de balts hoor je ze. Hun jongen kunnen hele nachten
een schel geluid produceren, ik heb daar wel eens 'klachten' over gekregen… En toch, al zie je ze weinig,
ze zijn niet echt schuw. Want vaak vind je hun roestplaatsen midden in een woonwijk, zelfs midden op een schoolplein,
in parken op plaatsen waar veel mensen komen. Als je naar ze staat te kijken, kijken ze even met hun felle ogen terug
om te zien wat er beneden allemaal gebeurt, maar dan dommelen ze meestal weer snel in.
Behalve als er een hond langskomt, die houden ze met opgerichte oorpluimen scherp in de gaten!
Ik vond ze in Leiderdorp na een tip van een lezer. Tips over interessante dieren (of planten) zijn altijd van harte welkom
voor een foto in Vogeldagboek, locaties houd ik zorgvuldig geheim om drukte en daarmee verstoring te voorkomen.
Op een onder water gezet bloembollenveld in Bronsgeest, Noordwijk, zwommen vandaag twee zomertalingen
(Spatula querquedula, Sarcelle d'été, Garganey) tussen veel meeuwen en kieviten en een tiental steltlopertjes.
In deze rui-tijd van het jaar zien ze er onopvallend uit. Maar ze blijven klein, houden een grijsblauwe snavel,
een witte vlek bij de snavelbasis en een lichte wenkbrauwstreep. Ze overwinteren diep in Afrika.
Oeverloper (Actitis hypoleucos, Chevalier guignette, Common Sandpiper; juvenile) gisteren op de Starrevaart.
***
Grote spinnende watertor
Ondanks de niet al te duidelijke foto's van de purperreiger met prooi, zijn er vele tientallen reacties
binnengekomen met suggesties. Erg leuk, dank daarvoor (de e-mails beantwoord ik niet allemaal persoonlijk).
Genoemd werden o.m. larven van libellen, tiendoornig stekelbaarsje, grote modderkruiper, bloedzuiger,
veenmol, naaktslak, of de larve van een (kleine) spinnende watertor of van een geelgerande waterroofkever.
De hoogste 'score' behaalde de larve van de grote spinnende watertor. Ook bioloog Arno van Berge Henegouwen,
deskundige op het gebied van het zoetwaterleven, oppert dit als een zeer waarschijnlijke mogelijkheid.
"Het is een volgroeide larve", schreef hij, "die op weg is, maar te laat, naar zijn verpopping op de oever.
Het is er nu de tijd voor. Ze worden korter en dikker dan. Ook de segmentatie is typisch voor piceus."
De grote spinnende watertor, waarvan de larve wel zo'n 7 cm kan worden, is een beschermd dier.
Deze tor is de reus onder de waterinsecten. Hij komt algemeen voor in Nederland en België
maar er zijn berichten over een gestage achteruitgang. Pak overigens deze tor of de larve niet zomaar beet:
de tor heeft een stekel van 2 cm onder zijn lichaam en de larve kan gemeen bijten.
De tor eet voornamelijk planten, het hoofdvoedsel van de larve bestaat uit waterslakken.
Foto Mariska de Graaff© van de larve van een grote spinnende watertor, ook genoemd pikzwarte waterkever
(Hydrophilus piceus, Hydrophile brun, Great Silver Water Beetle; larva). Algemeen voorkomend in Europa.