Bij lezers van Vogeldagboek in een schuur in Zevenhoven broeden kerkuilen.
E-mailtje: "De jonge uilen, drie of vier, zitten 's avonds buiten de nestkast".
Maandagavond langsgeweest. De uilen zijn zo al groot dat als er onrust is, ze de schuur uitvliegen.
Toch nog een foto kunnen maken (Tyto alba, Chouette effraie, Barn Owl; juvenile).
Het is in vogelland de relatief stille tijd van wisseling van de seizoenen.
De zomervogels proppen zich vol voor de trek en houden zich verder rustig.
Er zijn al grote aantallen vertrokken, je ziet nauwelijks meer een grutto of een gierzwaluw.
Andere soorten zoals huiszwaluwen verzamelen zich voor de reis.
De eerste trekvogels en wintergasten zijn gearriveerd, spoedig volgen er massa's.
Gisteravond laat zag ik in De Wilck al een groepje smienten neerstrijken.
Sommige soorten blijven ook nog broeden, zeker als er voldoende voedsel is.
Dat geldt bijvoorbeeld voor kerkuilen en dodaarzen, soms tot in oktober!
Jonge grutto (Limosa limosa, Barge à queue noire, Black-tailed Godwit; juvenile)
vorige week in het Zaanse Rietveld. De Koning van het Weiland is nu op reis.
Terugkerend uit hun broedgebieden zijn kemphanen en zwarte ruiters.
Ze hebben hun mooie zomerkleden afgelegd voor een saai wintergrijs pak,
zoals deze man kemphaan (Philomachus pugnax, Combattant varié, Ruff; adult male winter).
Dat geldt ook voor de zwarte ruiter (Tringa erythropus, Chevalier arlequin, Spotted Redshank; winter),
net als de kemphaan vorige week in de Groene Jonker, the birdplace to be now.
Deze jonge torenvalk (Falco tinnunculus, Faucon crécerelle, Kestrel, juvenile)
dook op een prooi in het gras en mantelde meteen. Maar had niets gevangen! Zoetermeer gisteren.
De plaag van veel tuiniers, de naaktslak. Er zijn diverse soorten en vele kruisingen.
Dit lijkt de Gewone wegslak (Arion rufus, Limace rouge, Red Slug), ook wel rode
of grote wegslak genoemd. Ze lusten onze hortensia's rauw, en nog heel veel meer.
Maar het zijn ook opruimers van ongewenst afval. Hun liefdesleven is gecompliceerd.
Slakken zijn hermafrodiet, tweeslachtig, hebben mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen.
Ze hebben (meestal) wel een partner nodig voor de voortplanting. De paring kan vele uren duren
waarbij de slakken in een halve bocht tegen elkaar liggen en sperma uitwisselen, foto.
De honderden eitjes worden later na rijping onder bladeren of in de grond gelegd en komen na enkele weken uit.