Deze adder (Vipera berus, Vipère péliade, Adder; probably male), waarschijnlijk een man,
lag in de schaduw en was het gemakkelijkst te fotograferen. Hoewel: altijd sprietjes in de weg…
Enkele lezers vroegen zich na verschijning van dit Vogeldagboek af of de adder geen zwanger vrouwtje was.
Voor de zekerheid die vraag voorgelegd aan Frans Hagedoorn en hij schreef: "De adder is een man.
Zwanger is langgerekter. Je ziet boven de nek in het lichaam een plotselinge overgang, een prooi;
zou je niet zien bij een bundel feuten. De ruimte tussen de schubben wil zeggen dat het een kersverse prooi is.
Het is een muis. Een kikker zou wat korter zijn. Een slang zou nooit zo hoogzwanger de winterrust ingaan.
Integendeel, de feuten ontwikkelen zich juist tijdens de winterslaap. Omdat het zo'n kleine slang is
– vergelijk met de bladeren – kan dit nooit een (piepjong) zwanger vrouwtje zijn."
***
Een weekje in Drenthe geweest, op 'ons' lievelingsplekje, Anholt 16 van Hanneke en Paul,
met eekhoorns, allerlei vogels en een noordse winterjuffer in de tuin, reeën in de verte.
Het vakantiehuis staat, ik schreef het eerder, op bungalowpark Lanka, rand Dwingelderveld.
Een prachtig (fiets)gebied, met veel natuurlocaties in de (wijde) omgeving. Genoten!
Jan Vriend, een trouw lezer van Vogeldagboek, heeft me meegenomen naar een plek
op het Dwingelderveld waar dit warme weekend adders lagen te zonnen.
Ik moest wel even wennen aan de snelheid waarmee hij, geroutineerd adderkijker,
me de slangen aanwees, ik had meer tijd nodig om ze in de begroeiing te onderscheiden.
Bij het Holtveen had ik vaker adders gezien, die wilden niet op de foto, deze wel.
Al waren ze door de nog felle septemberzon zo gauw opgewarmd dat ze spoedig wegslopen.
Nog twee andere adders (Vipera berus), op de onderste foto vermoedelijk een vrouw.
Om ze te kunnen fotograferen moest je wachten totdat ze een beetje 'vrij' in de vegetatie lagen.
Waar slangen zijn is slangenkruid (Echium vulgare, Vipérine commune, Viper's Bugloss).
Herfstspinnen (Metellina segmentata, Méta d'automne, Lesser Garden Spider)
zijn in deze tijd van het jaar volop te zien. Het is wellicht de meest voorkomende wielwebspin.
Voor mensen in bosgebieden is de boomklever (Sitta europaea, Sittelle torchepot, Nuthatch)
een algemene soort, maar als polderjongen vind ik het altijd weer opvallende vogels!
Hun luide roep, blauwe rug en oranje onderkant doen me denken aan de zeldzamere ijsvogels.
|