De Soortenstorm
Het nut van biodiversiteit Auteur Uitgave |
Hoe erg is het dat dier- en plantensoorten uitsterven? Verandert er iets aan het antwoord indien het massale uitsterven van soorten het gevolg is van menselijk handelen? Die vragen staan centraal in het essay van Gerard Jagers op Akkerhuis, werkzaam aan het Alterra Instituut (Universiteit Wageningen).
Jagers komt na een ingewikkeld betoog vol definitiekwesties tot antwoorden, die ongenuanceerd en te kort door de bocht samengevat zouden kunnen worden tot de volgende slotsom: het uitsterven van soorten is een natuurlijk proces, zelfs indien dit gebeurt door menselijk toedoen. De mens is immers zelf ook onderdeel van de biodiversiteit, en een pion in het grote schaakspel van het leven. Dit signaal werd meteen na het uitkomen van het boek door tegenstanders van natuur- en milieuorganisaties opgepakt. “Niets aan de hand, dus niet meer zeuren over het verdwijnen van soorten!” Een voor die groep begrijpelijke reactie, die echter geen recht doet aan de nuances die in het essay aan de orde komen. Jagers geeft daarin onder andere aan dat de activiteiten van de mens niet alleen leiden tot achteruitgang van de biodiversiteit. Citaat: “De mens vertegenwoordigt met zijn hersenen een schat aan biodiversiteit, en in de toekomst kan de mens een belangrijke rol spelen als bouwer van technische organismen en daarmee als de aanjager van de evolutie (…)”. Ik vind dit een nogal cynische conclusie. De mens kan zo veel meer dan een bijdrage leveren aan de evolutie door technische organismen (schrijver doelt daarmee onder andere op zelfdenkend gereedschap) te bouwen. Wij moeten door onze intelligentie, een evolutionair product, ook in staat zijn om in te zien dat de ‘natuurlijke’ biodiversiteit grote voordelen voor de mens biedt en daarom het grote uitsterven, zoals dat momenteel gaande is, bij te sturen en op termijn te stoppen. Jagers op Akkerhuis plaatst de mens IN de evolutie, als actor, die niet kan helpen dat hij deze rol vervult. Dit blijkt ook uit het feit dat hij stelt dat indien mensen zouden uitsterven, er altijd wel een andere intelligente soort evolueert, die voor dezelfde uitdagingen komt te staan. Dat is maar zeer de vraag. Wij mensen zijn de enige soort die in staat is om de gehele aarde, inclusief onszelf, te laten uitsterven. Er komt dan helemaal geen andere soort in onze plaats. Wij zijn ook de enige soort die in staat is om door middel van gentechnieken zelf nieuwe soorten te ‘bouwen’. Daarom zou ik de stelling willen poneren, dat wij in zekere zin niet meer IN, maar NAAST de natuurlijke processen staan. Dit brengt andere verantwoordelijkheden met zich mee, zoals de plicht om de biodiversiteit in stand te houden. Voor natuurhaters voeg ik daar aan toe: al is het maar gedurende de periode, dat wij nog als een tovenaarsleerling aan de slag zijn met de natuur. De Soortenstorm is een ingewikkeld boek, dat aanzet tot nadenken over het ontstaan en het ‘universele nut’ van biodiversiteit. Geen gemakkelijke kost! Toch is dit boek van belang in de discussie over het massale uitsterven van soorten en de vraag, hoe erg dat eigenlijk is. Ik hoop in mijn commentaar een passende reactie op de door de schrijver als onontkoombaar gepresenteerde huidige uitsterfgolf gegeven te hebben. Ronald Klingers, 9 november 2012 |