Onder sterk wisselende lichtomstandigheden en van veraf bij Haventje Noord gisteren twee foto's gemaakt
van deze jonge ijsduiker (Gavia immer, Plongeon huard, Great Northern Loon; juvenile).

Als ik 's morgens op pad ga, weet ik vrijwel nooit waarheen de reis zal gaan.
Meestal neus ik eerst even in De Wilck. De poldergenen verloochenen zich niet,
en ook al is er soms weinig te zien, dan nog geniet ik van de rust van het open landschap.

Toen ik gistermorgen vertrok, hoorde ik nog net over de radio 'het wordt een zonnige dag'.
Meteen schoot het woord 'Brouwersdam' door mijn hoofd en en daar ging ik… Circa 150 kilometer,
heen en terug. Ik vind het een heel eind, maar als het mooi weer wordt, vooruit dan maar.

Ik had het weerbericht beter moeten beluisteren, want later hoorde ik over buien langs de kust.
Tijdens de uren dat ik bij de Brouwersdam geweest ben, heb ik meer regen dan zon gezien.
Maar die mengeling van donkere luchten, regenslierten, zonnestralen en regenbogen boven zee
en de Grevelingen, hadden ook erg veel bekoring, dus ik had achteraf helemaal geen spijt.

Langs de Brouwersdam zwom een zeldzame duiker, een ijsduiker, een jonge vogel nog.
Alle vier bij ons voorkomende duikersoorten broeden in het hoge Noorden van Eurazië.
De ijsduiker broedt op IJsland en in Noord-Amerika. Het is een zeldzame verschijning
langs onze kust, 's winters worden er gemiddeld zo'n tien exemplaren waargenomen.

Veel verder weg op zee zwom tussen de kuifduikers, nonnetjes, een zeekoet, rotganzen,
middelste zaagbekken enz., een man ijseend (Clangula hyemalis, Harelde kakawi, Long-tailed Duck; male).
Ik was erg verrast dat er tussen de foto's één toonbare opname zat, het was een foto van echt veraf.
IJseenden broeden in noordelijke streken over de gehele aardbol. Het is een zeer talrijke soort.

Eiders (Somateria mollissima, Eider à duvet, Eider) broeden bij ons voornamelijk op de Waddeneilanden.

Op het International Trade Centre in Hazerswoude zocht deze merel met witte kop vanmorgen naar voedsel.
Het is een leucistische merel (Turdus merula, Merle noir, Common Blackbird; leucism).
Door een storing tussen de overdracht van pigmenten naar veercellen, zijn er kleurloze (witte) veren.