Deze groene specht (Picus viridis, Pic vert, European Green Woodpecker; juvenile, male)
pikt snel wat insecten van een metalen paaltje voordat hij naar een vertrouwde boomstam vliegt.
Het is een jonge vogel (gevlekte borst) en een man (centrum van de snorstreep is rood). Stompwijk.
In de Groene Jonker in Zevenhoven/Nieuwkoop verbleven vanmorgen een stuk of tien zomertalingen
(Spatula querquedula, Sarcelle d'été, Garganey). In deze ruiperiode zijn mannen, vrouwen
en juveniele vogels erg lastig uit elkaar te houden. Mede door de verdroging van ons weidelandschap
heeft deze soort het heel zwaar. Het is de enige in Noord-Europa broedende eendensoort
die in Afrika overwintert. Voor zover bekend verblijven de Nederlandse zomertalingen in West-Afrika.
Zomertalingen zijn in alle kleden te herkennen aan hun lichte oogstreep en flinke grijze snavel.
Over ruien gesproken: dit is een man rietgors (Emberiza schoeniclus, Bruant des roseaux, Reed Bunting;
male without tail) zonder staart. Normaal wisselen dit soort vogels om en om hun belangrijkste veren
zodat ze goed kunnen blijven vliegen. Even dacht ik aan een jonge rietgors, maar die heeft geen zwarte keel.
Rechts een man rietgors die nog niet zo ver is met de rui en nog meer zwarte veren op zijn keel heeft.
Dit is wel een jonge vogel, een groenpootruiter (Tringa nebularia, Chevalier aboyeur, Greenshank; juvenile).
Juveniele vogels hebben in deze tijd van het jaar een vrij egaal verenkleed, bij adulte is het contrastrijker.
Ook Groene Jonker: overvliegende adulte purperreiger (Ardea purpurea, Héron pourpré, Purple Heron).
Nog steeds vliegen er talrijke luzernevlinders rond. Ze behoren tot de familie van de witjes (Pieridae).
Wellicht dat daardoor vergissingen worden gemaakt met een ander 'witje', de citroenvlinder
(Gonepteryx rhamni, Citron, Brimstone). Die zijn egaal geel (man) of bleekgeel (vrouw).
Opvallende kenmerken: de bovenvleugel heeft een scherpe punt, de ondervleugel een 'staartje'.