Stinkende blauwalgen (Cyanobacteria – Microcystis, Algues bleu-vert, Blue-green Algae), Zoetermeer.
Het is herfstachtig geworden, de vele blauwalgen van de warme weken zijn door regen en koelte 'opgelost'.
Op deze foto's van 6 september bij het gemaal aan de westkant van de Zoetermeerse Plas
zijn de blauwalgen in diverse stadia te zien. Het lijkt te gaan om de drijflagen van de blauwalg Microcystis,
al is de soort moeilijk met het blote oog te bepalen, zo heb ik van deskundigen begrepen. Er zijn veel soorten algen.
Deze soort groeit in kolonies, kleine klontjes die je met het blote oog kan zien. Blauwalgen hebben gasvacuolen,
soort luchtblaasjes, waardoor ze drijven en drijflagen vormen. Ze bezitten groene, felblauwe en rode pigmenten.
Blauwalgen kunnen gifstoffen produceren, die voor veel organismen giftig kunnen zijn, inclusief de mens.
Ook een soort alg, denk ik. Half juli gefotografeerd in een afgesloten poel op de Golfbaan Bentwoud.
Waardoor de rode kleur ontstaat? Ik kon in het water en langs de kant geen spoor van ijzer vinden.
Vaker heb ik Vogeldagboek geschreven over pigmentafwijkingen bij vogels; je komt dat best vaak tegen.
Gelukkig heb ik een aantal specialisten 'achter de hand' die mij helpen om afwijkend gekleurde vogels
op naam te brengen, wat voor kruisingen het zijn of wat voor welke pigmentverstoringen er zijn.
Wat dat laatste betreft doe ik regelmatig een beroep op Hein van Grouw, voorheen Naturalis Leiden,
nu curator vogels van het befaamde Natural History Museum at Tring, en specialist colour aberrations.
Foto's van 'vreemd gekleurde' vogels krijg ik vaak toegestuurd van lezers, zoals van onderstaande zanglijster
(let op de vlekken) in een witte jas in Heiloo, foto uit april. Mijn eerste reactie was: leucisme.
Samengevat (korter kan niet): bij dieren is tyrosinase nodig voor de ontwikkeling van pigmenten (melaninen).
Als dit enzym ontbreekt, kunnen – in het hele lichaam – geen pigmenten worden aangemaakt
en is een vogel volkomen kleurloos. Dat noem je albinisme. Een vogel is dan volledig wit
en de ogen zijn rood omdat het bloed door het weefsel heen te zien is. Je ziet het wel eens bij konijnen.
Bij leucisme (erfelijk) ontbreken pigmentcellen in de veren, soms in enkele, soms over het gehele lichaam,
en daardoor worden de witte veren veroorzaakt. Aan beide zijden gelijk, het gehele leven onveranderlijk.
Belangrijke kenmerken van leucisme: de ogen zijn donker en elke veer is helemaal gekleurd of helemaal wit.
Halfom veren (grauw, niet egaal wit) duiden meestal op een slechte conditie, de zgn. Hungerstreifen.
Omdat de inzender op mijn vraag met stelligheid antwoordde dat de witte veren elk jaar wat anders waren,
contact met Hein gezocht. Hij wees me op een betrekkelijk nieuw vastgesteld fenomeen bij pigmentafwijking:
Progressive Greying. Hij heeft hierover recentelijk in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd.
In tegenstelling tot wat meestal werd gedacht, is leucisme zeldzaam. Bij Progressive Greying zijn de witte veren
(vaak) willekeurig/random over het lichaam verspreid en het aantal witte veren neemt meestal na elke rui toe.
Progressive Greying blijkt veel voor te komen, zeker bij merel, huismus en kauw.
In het veld is het verschil tussen Progressive Greying en leucisme nauwelijks vast te stellen.
Onmiskenbaar een zanglijster (Turdus philomelos, Grive musicienne, Song Thrush). Elk jaar een beetje witter!
Een man huismus (Passer domesticus, Moineau domestique, House Sparrow; male), met erfelijk melanisme.