Een tjiftjaf (Phylloscopus collybita, Pouillot véloce, Northern Chiffchaff) vrijdag in Zoetermeer.
Net als bijvoorbeeld zwartkoppen is dit een soort die in in toenemend aantal in zachte winters
niet (meer) naar warmere streken trekt maar hier overwintert. Het risico van dood te gaan
van honger en kou weegt kennelijk op tegen het 'fit' en vroeg aan het broedseizoen te kunnen beginnen.
Immers, de lange, gevaarlijke en vermoeiende trektochten naar het zuiden worden zo vermeden.
Door het dubbele glas van mijn hobbykamer zie ik de huismussen (Passer domesticus, Moineau domestique,
House Sparrow; male) soms badderen op het dak van ons tuinschuurtje. Man gisteren.
Bij het hakken van houtblokken zag de buurvrouw deze zwammen op de stammen en riep mij voor een foto.
Het zijn paarse korstzwammen (Chondrostereum purpureum, Stérée purpre, Silverleaf Fungus).
Kleine zwaan (Cygnus bewickii, Cygne de Bewick, Bewick's Swan) vanmorgen in Stompwijk.
Deze foto van gerooide suikerbieten in de Benthuizer Noordpolder heb ik al in december gemaakt.
Steeds vaker zie je dat meteen na het rooien of oogsten van gewassen, de bouwlanden worden omgeploegd.
Voor kleine zwanen en andere vogelsoorten blijft er daardoor helaas geen wintervoedsel achter op de akkers.
Witte galloway (White Galloway) in het Zoetermeerse Buytenpark. Een bijzondere kleurslag.
In het Zoetermeerse Buytenpark loopt een kudde galloway-runderen. Zwarte dieren, met twee witte ertussen.
Vorige week publiceerde ik een foto van zo'n wit rund, niet wetend dat witte galloways best uitzonderlijk zijn.
Totdat ik een e-mail kreeg van Koos Kotter uit Warfhuizen, voormalig fokker van lakenvelders, blaarkoppen en witrikken.
Het was hem niet bekend dat er witte galloways in Nederland voorkwamen. Kotter, rustend praktiserend dierenarts, schreef:
"Het in Vogeldagboek afgebeelde dier heeft de zgn. dubbele witrik-aftekening. De gewone aftekening van een witrik
is een aalstreep, meest doorlopend in een witte staart, witte buik, gekleurde flanken en vaak gebaggerde poten,
en een gegriemelde kop. Deze wordt beschouwd als heterozygoot* voor de witrik-factor, de dubbele als homozygoot**,
waarbij het pigment zich heeft teruggetrokken tot de oorschelpen en rond de snuit, naast wat dunne vlekjes op de flanken.
Bij meerdere rassen over de wereld komt deze kleurslag voor. (Kleurslag = kleurtekening die soms vererft, soms niet.)
In ons land al in 1344 beschreven in een boedelveiling van een klooster bij Monnikendam. De kleuren kunnen zijn: rood,
zwart, blauw, zilver- of muisvaal. Andere benamingen zijn: witrug, wytrech, ruggelde, ruggelings, afhankelijk van de streek.
In Schotland, het land van herkomst en waar twee graafschappen Galloway heten, worden ze Rigget Galloways genoemd."
* heterozygoot = in de geslachtscellen erfelijke factoren van verschillende aard hebbend
** homozygoot = voor een bepaald kenmerk in alle geslachtscellen gelijke erfelijkheidsfactoren bezittend
(en dus bij voortteling behouden blijvend) (uit Groot woordenboek Van Dale) Zie ook Wikipedia
