Met hun schelle stemmen zorgen meeuwen voor een luid, enigszins dissonerend concert,
vooral ook omdat ze doorlopend met elkaar in gevecht zijn om de lekkerste happen.
Deze grote mantelmeeuw (Larus marinus, Goéland marin, Great Black-backed Gull)
ziet zijn eten letterlijk de lucht invliegen. Maar er was genoeg voor iedereen!
Bij de kustwerkzaamheden in Katwijk aan Zee arriveren enkele malen per dag schepen,
die op de Noordzee zand hebben opgezogen en dat ter versterking van de kust opspuiten.
Daarin zit een overdaad aan zeefruit waar honderden, duizenden meeuwen opafkomen.
Vanmorgen was ik precies op tijd op de boulevard om getuige te zijn van zo'n slemppartij.
Tussen de voornamelijk zilver- en kokmeeuwen zitten regelmatig ook zeldzaamheden.
Vandaag was dat een grote burgemeester (soort meeuw) en een pontische meeuw.
Een zeldzamere kleine burgemeester was wel gezien maar die heb ik gemist.
Na het diner gingen de meeuwen op het open water of in het zand uitbuiken,
in afwachting van het volgende zandtransport, enkele uren later. Ik heb dat niet afgewacht.
Waar het zand wordt opgespoten, staat een dichte massa meeuwen gereed voor de aanval.
Grote burgemeesters (Larus hyperboreus, Goéland bourgmestre, Glaucous Gull; 1e winter)
broeden voornamelijk binnen de poolcirkel, ze overwinteren in het noordelijk deel
van de Atlantische Oceaan en komen dan ook sporadisch langs de Noordzeekust. Eerste-wintervogel.
Pontische meeuw (Larus cachinnans, Goéland pontique, Caspian Gull; 1e winter).
Van oorsprong komt deze meeuw voor rond de Zwarte en de Kaspische Zee,
maar hij verlegt zijn broedgebied enigszins noordwestwaarts. Werd beschouwd
als een ondersoort van de geelpootmeeuw (Zuid-Europa). Lijkt ook op zilvermeeuw.
Een bijzonder lastig te onderscheiden soort: slanker, langere snavel en poten, lichtere kop.
Vermoedelijk is determinatie van meeuwen in het veld het moeilijkste wat je kan verzinnen.
Althans voor vogelaars… Er zijn veel soorten, veel wisselende kleden in de seizoenen,
regionaal verschillen kleuren en ze kruisen ook nog eens onderling. Zoek het maar uit.
Zoals deze kleine mantelmeeuw (Larus fuscus, Goéland brun, Lesser Black-backed Gull)
met zijn kenmerkende gele poten en grijze mantel. Al neigt deze naar noordelijk zwart.
In Zoetermeer verblijven nog steeds een aantal appelvinken (Coccothraustes coccothraustes,
Gros-bec casse-noyaux, Hawfinch), meestal hoog in de boom. Foto is van vrijdag.
