Poelkikkers (Rana lessonae, Petite grenouille verte, Pool Frog) zijn kleine, groene kikkers
die vrij zeldzaam zijn. Ze komen voornamelijk in het oosten en het zuiden van ons land voor.
Karakteristieke biotopen zijn hoogveengebieden en zandgronden, in poelen en vennen.
Evenals bij andere kikkers komen er flinke kleurverschillen voor onder de poelkikkers,
zoals bovenste 'bruine'. Ze zijn meestal lichter, geler, van kleur dan de andere groene kikkers.
In diverse poelen (ze houden van stilstaand water) op het Dwingelderveld heb ik poelkikkers gezien.
Dit is de larve van de helmkruidbladwesp (Tenthredo scrophulariae, Tenthrède de la Scrofulaire,
Figwort Sawfly). Nee, geen rups! Met name larven van wespensoorten lijken op rupsen
maar zijn dat niet. Een rups, dus de larve van een vlinder, heeft drie voorpoten, zgn. borstpoten,
daarna minimaal twee achterlijfsegmenten zonder poten, dan maximaal vier paar buikpoten
en aan het achterlijf zitten nog enkele 'naschuivers'. De larven van bijv. blad- of sluipwespen
hebben ook drie paar borstpoten, vervolgens maar één pootloos achterlijfsegment
en daarna een onafgebroken rij buikpoten. Dat is op de foto van deze bladwesplarve goed te zien.
Parelstuifzwammen (Lycoperdon perlatum, Vesse-de-loup perlée, Common Puffball)
groeien op het ogenblik volop in de bossen. Zeker van dichtbij zijn het prachtige paddenstoelen. Pareltjes!
Heksenboter (Fuligo septica, Fleur de tan, Troll Butter) is slijmerig, wel met een mooie diepgele kleur.
Een nachtvlinder die je ook overdag kan zien vliegen, is de lieveling, een lid van de spannerfamilie.
Kenmerkend: de rode of roodbruine lijnen op de vleugels. (Timandra comae, Timandre aimée, Blood-vein.)
Alle foto's in deze aflevering van Vogeldagboek heb ik vorige week in Drenthe gemaakt.
