Auteur Vertaling Uitgave Oorspronkelijke titel |
Geroezemoes in het gras
Eens in de zoveel tijd stuit je op een natuurboek dat zo veel beter is dan het gemiddelde boek, dat je zou willen dat iedereen het zou lezen. ‘Geroezemoes in het gras’ van Dave Goulson is wat mij betreft zo’n boek. Waarom? Ten eerste is Goulson een hoogleraar in de biologie, gespecialiseerd in hommels. Veel Britse schrijvers, zoals hij, beschikken over een grappige, onderkoelde vorm van humor. Daarbij komt dat Goulson een geboren verteller is, die je meesleept in zijn verhaal. Gelukkig is de Nederlandse vertaling zo goed, dat de typisch Britse verteltrant bewaard is gebleven. Daarnaast heeft de prof echt een goed verhaal te vertellen. Hij beschrijft hoe hij een vervallen huis met flink erf in Frankrijk aanschaft. Zijn doel is om op dat erf ruimte te bieden aan wilde planten, om daarmee wat van de oude natuurrijke luister van het Franse platteland te behouden. Dit doet hij in het bijzonder met het oog op het insectenleven. En passant vertelt hij op droogkomische wijze over een aantal insectenonderzoeken in Engeland. Goulson schrijft met zo veel passie en liefde over zijn leven en over zijn kleine oase van natuur, dat je blijft lezen, en intussen steeds meer zin krijgt om voor jezelf ook zo’n natuuridylle in te richten. Hij is in staat om de liefde voor de natuur en de noodzaak om deze te beschermen fantastisch op de lezer over te dragen. Het boek bestaat uit drie delen. De eerste twee gedeelten gaan – behalve de beschrijvingen van zijn oase en zijn werk – over het insectenleven en de wonderbaarlijke relaties tussen levende wezens, waarvan insecten en bloemen een zeer belangrijk onderdeel uitmaken. Maar het is wederom ‘Een verhaal met een angel’ (dat is de titel van zijn vorige, ook geweldige boek). Want het derde deel van zijn boek gaat over de verwoestingen die de mens aanricht aan de natuur. Goulson is hier op zijn best. Hij laat zien hoe de mens in staat is om in korte tijd de natuurlijke rijkdommen te vernietigen, en dat dit met het toenemen van de kennis steeds sneller gaat. Als voorbeeld noemt hij de nieuwe generatie gewasbeschermingsmiddelen, de zogeheten neonicotinoïden. Deze middelen zijn in staat om de gehele wereld, inclusief de mens zelf, in gevaar te brengen. Een keiharde waarschuwing van een expert, waard om kennis van te nemen. Maar laat u zich oor dit gedeelte vooral niet afschrikken. Goulson wordt nergens een cynische onheilsprofeet. Na het uitlezen van het boek blijft de lezer gelouterd achter, niet depressief maar wel aangespoord om al het moois, door Goulson zo beeldend beschreven, te behouden. Ronald Klingers, 7 mei 2015 |