* Hongerwesp, Gasteruption jaculator, a Carrot Wasp, Gastéruption à javelot, eine Schmalbauchwespe *
Een vrouwtje (lange legboor met witte punt) van deze opmerkelijke soort sluipwesp. Hongerwesp. Wel eens van gehoord? Ik niet. Toen ik in de tuin van Huis Anholt 16 op Lanka
een heel slank insect zag, wist ik wel dat het een sluipwesp moest zijn. Maar welke soort? Het internet is dan een onpeilbare bron van informatie. Daar vond ik dat deze sluipwesp luistert naar de naam Gasteruption jaculator. Het is één van de negen soorten hongerwespen die in ons land (vooral zuidelijk) voorkomen, zes daarvan zijn nog maar recentelijk beschreven. De expert op dit gebied is prof. Kees van Achterberg, hij publiceerde er in 2013 over.
Daarin las ik dat hongerwespen herkenbaar zijn aan aan de verbreding aan de achterpoten, de gevouwen vleugels langs het lichaam en omdat het achterlijf aan de bovenkant van het borststuk vastzit. De relatief lange legboor met witte punt steekt daar weer uit. Hongerwespen parasiteren bijen en ook nog andere vliesvleugeligen. Het vrouwtje
van de Gasteruption jaculator (de meest voorkomende soort bij ons) legt haar eitjes in insectennesten, de larven eten en overwinteren daar, verpoppen zich en vliegen uit. Hun naam zouden ze danken aan de zeer dunne (uitgehongerde?) taille (Wikipedia). Maar ik las ook dat ze er associaties zijn met hun ‘hongerige’ gedrag in de ‘gastnesten’.
* Roodborst, Erithacus rubecula, Robin, Rouge-gorge familier, Rotkehlchen *
Rond ons vakantiehuis waren opvallend veel jonge lijsterachtigen (merel, zanglijster), ook dit roodborstje.
* Kleine zonnedauw, Drosera intermedia, Oblong-leaved Sundew, Droséra intermédiaire, Mittlere Sonnentau *
Zonnedauw haalt zijn voedsel uit insecten die gevangen worden door de plakkerige haren. De insecten worden verteerd. Er zijn drie soorten zonnedauw in ons land, ze komen voor op nattige en zure veen- en zandgrond. De (beschermde) soort gaat sterk achteruit. Dwingelderveld.
* Boswitje, Leptidea sinapis, Wood White, Piéride de la Moutarde, Senfweißling *
Een teer ogend familielid van de witjes. Foto in de Drôme, bij ons alleen in Zuid-Limburg.
* Braamparelmoervlinder, Brenthis daphne, Marbled Fritillary, Nacré de la ronce, Brombeer-Perlmutterfalter *
Ook in de Drôme. Een zuidelijke vlinder die oprukt naar het noorden. Nog zeer zeldzaam bij ons.
* Gladde slang, Coronella austriaca, Smooth Snake, Coronelle lisse, Schlingnatter *
Een zwanger vrouwtje gladde slang gistermorgen, Dwingelderveld. Ze ligt te zonnen om haar jongen op te warmen. Gladde slangen zijn relatief kleine, onopvallende slangen (max. tachtig centimeter) die erg verborgen leven.
Het is naast de adder en de ringslang de derde soort in ons land, ik had er nog nooit eentje kunnen fotograferen Gladde slangen zijn ovovivipaar: eierlevendbarend. De eieren blijven in het lichaam totdat de jongen helemaal ontwikkeld zijn. Direct na de geboorte, einde zomer, kruipen ze uit het ei dat bestaat uit een vliesje. De ogen van een gladde slang zijn geel. Maar kort voordat ze gaan vervellen worden ze grijsblauw,
melkachtig, zoals het vrouwtje op de foto. Want ze vervellen eerst voordat ze bevallen. Daarna gaan ze naar hun overwinteringsplekken. Deze bedreigde en beschermde soort kan je dan slechts zien tijdens de paring en als ze zich voor de bevalling liggen op te warmen. Komen voor in grootste deel Europa. ***
Recensie Vrije vogels
Dynamiek in de vogelstand van Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer
Uitgave Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland 2015, ISBN 978 90 276241 41 8, € 20,00
Prachtig boek met actuele beschouwingen over ganzenprobleem, meeuwenoverlast, halsbandparkieten enz. Klik hier voor een uitgebreide bespreking |
150804 Hongerwespen
|
|
