* Kleine plevier, Charadrius dubius, Little Ringed Plover, Pluvier petit-gravelot, Flussregenpfeifer *
Een jonge kleine plevier op Prisma. Foto van 13 juni. Afgelopen weekend zag ik daar nog een juveniel.
* Kleine plevier, Charadrius dubius, Little Ringed Plover, Pluvier petit-gravelot, Flussregenpfeifer *
Na de zware stortbuien van enige tijd geleden zijn er ongetwijfeld nesten van kleine plevieren op Prisma onder water komen te staan. Kort na de ‘zondvloed’ trof ik er dit nest, gebouwd op een verhoging! Zou dat bewust gedaan zijn uit voorzorg tegen meer regen? Maar zo hoog val je ook goed op: toen ik het nest vond lagen er drie eitjes in. Heb de ontwikkeling van afstand met de verrekijker gevolgd. Na enkele dagen geen kleine plevier meer op het nest. Voorzichtig gekeken: eieren verdwenen. Opgegeten. De afgelopen pakweg tien jaar heb ik me regelmatig beziggehouden met de bescherming
van nesten van kleine plevieren. Een mooi, mensvriendelijk vogeltje dat graag broedt op vlakke terreinen met weinig begroeiing, en volgens mijn ervaring vooral tussen gruis en grind. Puur opportunistisch: waar zich de gelegenheid voordoet, broedt de kleine plevier. Daardoor schommelt het aantal broedgevallen bij ons sterk, volgens Sovon boven de duizend. In het Bentwoud, inclusief de golfbaan, heb ik tot dit jaar 36 eieren in hun nesten beschermd
tegen vervoersmiddelen. Want dat opportunisme houdt ook in dat kleine plevieren hun nesten ‘bouwen’ (kuiltjes) op plaatsen waar auto’s, golfkarren en fietsen rijden. Alle inspanningen waren voor niets: door predatie (kraaien, eksters, meeuwen) en kou en nattigheid heb ik niet één vliegvlug jong gezien. Dit jaar geen nesten in het Bentwoud, wel weer op braakgrond op bedrijventerrein Prisma in Bleiswijk.
Diverse nesten van april tot juli. In totaal slechts drie vliegvlugge kuikens geteld tijdens mijn vrijwel dagelijkse ‘inspectie’. Binnenkort zullen de laatste vogels gaan overwinteren in Afrika.
* Gele kwikstaart, Motacilla flava, Blue-headed Wagtail, Bergeronnette printanière, Schafstelze *
Een ruiend mannetje gele kwikstaart boven een korenveld in Zevenhuizen. Vrijdag.
* Steenuil, Athene noctua, Little Owl, Chevêche d’Athéna, Steinkauz *
Een steenuil op zijn gemak. Dinsdag.
* Donkere melkdistelboorvlieg, Tephritis formosa *
Boorvliegen hebben fraai getekende vleugels, waardoor ze goed herkenbaar zijn. De vrouwtjes leggen de eitjes met hun legboor in planten, vandaar de naam. In Nederland zijn 83 soorten bekend. Paring in het Bentwoud.
* Gele luzernevlinder, Colias hyale, Pale Clouded Yellow, Soufré, Goldene Acht *
Op 6 juli zag ik een luzernevlinder fladderen in het Bentwoud. Omdat in de afgelopen jaren de oranje soort talrijk voorkwam, dacht ik dat het weer om een oranje luzernevlinder ging. Maar kort daarna bleken er gele luzernevlinders te foerageren op akkerklaver. Die zijn minder zeldzaam. Luzernevlinders zijn trekvlinders.
* Wijngaardslak, Helix pomatia, Burgundy Snail, Escargot de Bourgogne, Weinbergschnecke *
Wijngaardslakken komen op veel meer plekken in ons land voor dan je zou denken. Dat schreven lezers me na het vorige Vogeldagboek. Uit onderzoek van de Stichting Anemoon (Onderzoek verspreiding Wijngaardslak, 2009) blijkt dat wijngaardslakken oorspronkelijk alleen in Zuid-Limburg voorkwamen. Lang geleden zijn ze uitgezet in duinparken, zoals op het landgoed van Jacob Cats bij Den Haag. Daar worden ze al gemeld in 1656. Ook in het Kennemerland zijn ze uitgezet (Camera Obscura!) en vooral daar komen ze nog veelvuldig voor. De biotoop in de duinen is zó goed passend, dat nu allang gesproken mag worden van natuurlijke populaties. ***
Recensie Waarom zijn er zoveel soorten?
Menno Schilthuizen, Atlas Contact 2016, ISBN 978 90 450 3141 5, € 21,99
Een meeslepend en humoristisch boek over de wereld en de geschiedenis van de ecologie. Klik hier voor een uitgebreide bespreking |