Auteur Illustraties Vertaling Uitgave Leeftijd Oorspronkelijke titel |
Knettergek van kevers
Over de tienduizend vogelsoorten zijn al vele jeugdboeken verschenen waarvan er diverse in deze rubriek besproken zijn. Wat is het dan goed om ook eens een jeugdboek over de vierhonderduizend keversoorten te bespreken. Wel eens de grootste en de kleinste kever met elkaar vergeleken? Dat wordt heel inzichtelijk gemaakt. De kleinste, Scydosella musawasensis, is slechts 0,325 mm lang. Kleiner dan de punt aan het eind van deze zin. De grootste, Titanus giganteus, is 17 cm. Veel kevers kennen we alleen met de Latijnse naam en ik vraag me af hoe kinderen daarmee omgaan. Vinden ze dat te moeilijk of lukt het ze om die namen sneller eigen te maken dan een volwassene? Gezien hun leervermogen waarschijnlijk het laatste. De vergelijking van de kevers zegt ook veel over de inhoud: het is een boek vol wetenswaardigheden. Maar niet zomaar in een willekeurige volgorde. Het begint met de anatomie van kevers. Aan welke voorwaarden moet je voldoen om jezelf kever te mogen noemen? In welke habitats kom je kevers tegen? Hoe functioneel is het ‘ontwerp’ kever? De opbouw van de inhoud leidt naar de laatste hoofdstukken over kevers in de mythologie en hoe we kevers kunnen beschermen. Ook niet onbelangrijk. De schrijver geeft de informatie op een zakelijke manier, in enkele zinnen of in korte blokjes. Maar niet zo zakelijk dat het koud overkomt. Integendeel. Door over kevers te lezen, krijg je bewondering voor deze diergroep. Als je in staat bent om alle informatie te onthouden, mag je je als tienjarige een echte ‘keveroloog’ noemen, of zoals de schrijver zegt, een ‘coleopteroloog’. De illustraties, gemaakt door de auteur, zijn prachtig, maar soms wel een beetje druk. Ze ondersteunen de tekst in dit mooi uitgevoerde boek. Een register, en dat zie je niet zo vaak in jeugdboeken, maakt het boek compleet. Ko Katsman, 16 oktober 2018
|
Knettergek van kevers
|