* Meerkoet, Fulica atra, Eurasian Coot, Foulque macroule, Bläßhuhn *
Als je nog geen depressie hebt, zou je er zomaar een kunnen krijgen met dit sombere weer.
Maar laten we Loesje positief nazeggen: ‘Het was zo donker dat ik overal lichtpuntjes zag’.
Deze meerkoetfoto gistermorgen in De Wilck symboliseert een beetje mijn grijze gevoelens.
* Blauwe reiger, Ardea cinerea, Heron, Héron cendré, Graureiher *
Als dan bovendien een Blauwe Jaap in de regen langs komt vliegen, wordt het nog grijzer…
* Ransuil, Asio otus, Long-eared Owl, Hibou moyen-duc, Waldohreule *
Later op de dag werd het iets lichter, al woeien de oorpluimen nog bijna van de uilenkop.
* Grote bonte specht, Dendrocopos major, Great Spotted Woodpecker, Pic épeiche, Buntspecht *
In het Westerpark in Zoetermeer scheen zelfs even de zon op dit foeragerende spechtenmannetje.
* Toendrarietgans, Anser serrirostris, Tundra Bean Goose, Oie de la toundra, Tundrasaatgans *
In de Lagenwaardse Polder in Koudekerk zitten vaak honderden rietganzen, toendrarietganzen (Oudejaarsdag).
Er bestaan ook taigarietganzen, die hebben een langere, bijna geheel gele snavel. Erg zeldzaam.
Taiga’s broeden in natte stukken van de uitgestrekte naaldwouden (taiga’s) in arctisch gebieden.
Toendra’s zijn veel kaler (bedekt met mossen) en liggen nog noordelijker, tegen de poolstreek aan.
* Kortsnavelbroomkruiper, Certhia familiaris macrodactyla, Central European Treecreeper,
Grimpereau des bois occidental, Waldbaumläufer *
Foto en tekst Inge Duijsens: In mijn Franse tuin heb ik deze boomkruiper kunnen fotograferen.
Ons huis ligt in de bergen op 1200 meter en omdat op deze hoogte de taigaboomkruiper voorkomt,
heb ik mijn Engelse lokale vogelgids gevraagd welk soort dit kon zijn. Inderdaad, een taigaboomkruiper.
Ik ben meer een vogelfotograaf dan een vogelaar en laat de moeilijke determinaties liever
aan de experts over. Adri om raad gevraagd. Hij gaf aan dat er twee soorten taigaboomkruipers zijn,
de Noord-Europese soort (Certhia familiaris familiaris) die wij taigaboomkruiper noemen
en de Midden-Europese soort (C.f. macrodactyla), de kortsnavelboomkruiper. Het noordelijkste broedgebied
van de kortsnavel reikt tot in Limburg, de taigaboomkruiper is een zeldzame dwaalgast op de Wadden.
De verschillen met de in Nederland algemene ‘gewone’ boomkruiper zijn subtiel. Taigaboomkruipers hebben
(meestal) een iets kortere snavel, wittere buik, een iets duidelijkere witte wenkbrauwstreep,
de zgn. ’tredes’ van de vleugelstreep hebben meer een z-vorm, de achterteennagel is langer.
Het geluid is het beste kenmerk om de boomkruiper van de twee taiga-soorten te onderscheiden.
* Wintertelling ooievaars *
Komend weekend (12 en 13 januari) organiseert STORK de jaarlijkse wintertelling ooievaars.
Iedereen kan (graag zelfs!) daaraan meedoen. KLIK HIER voor meer informatie.