* Woudaap, Ixobrychus minutus, Little Bittern, Blongios nain, Zwergdommel *
Mannetje rietaapje maandagmorgen.
Correctie achteraf: de onderste foto is een VROUWTJE. KLIK HIER voor meer info.
Nog steeds zijn er rietaapjes actief in mijn omgeving. Ze vliegen laag over de rietkragen,
over een flinke afstand, meestal ongeveer dezelfde route, ze duiken op dezelfde plek in het riet.
Om eerlijk te zijn heb ik alleen maar een mannetje zien vliegen, geen vrouwtje.
Een vogel die alleen maar voedsel voor zichzelf nodig heeft, zou je nauwelijks te zien krijgen.
Dit lijkt op voedselvluchten van een mannetje naar een nest. Binnenkort jonge woudaapjes?
Over de naam woudaap valt veel te zeggen. Oorspronkelijk noemde men hem wouwaapje, naar zijn zang
die op ‘wouw’ lijkt, ook wel omschreven als het geblaf van een hond in de verte.
Wikipedia schrijft dat ten onrechte werd verondersteld dat wouw een dialectvorm was van woud
en daarom werd het woudaapje (een zgn. hypercorrectie). Sinds kort is het officieel ‘woudaap’,
zo bepaald door de Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna. De CSNA heeft meer kleine vogels
ontdaan van het verkleinwoord. Zoals goudhaantje en ook woudaapje. Onterecht naar mijn gevoel.
Nog even over ‘woud’. Tegenwoordig denkt men bij een woud aan een groot, ruig bos.
Maar vroeger werd er ook een moerasbos mee bedoeld, het typische leefgebied van het rietaapje.
Want dat zou toch een veel toepasselijker naam zijn voor dit in het riet levende reigertje?
* Hermelijnvlinder, Cerura vinula, Puss Moth, Queue fourchue, Großer Gabelschwanz *
Hermelijnvlinders zijn prachtige, vrij zeldzame, nachtvlinders. Ik zie er nu en dan in het Bentwoud.
De (groene) rupsen van hermelijnvlinders zijn veel lastiger te vinden, op populieren of wilgen.
Rupsen vervellen meestal vier keer. In de laatste vorm hebben de rupsen van deze vlinder
een mooie groene kleur met stippen en strepen, een zadel op de rug en twee staarten.
De platte kop met een felrode rand geeft de rups een vervaarlijk uiterlijk. Fantastisch!
Op de kleine foto’s twee rupsen die nog gaan vervellen. Op de grote foto een rups,
van de onderkant gefotografeerd, die zijn mooiste kleuren heeft verloren en gauw zal verpoppen.
* Oranje luzernevlinder, Colias crocea, Clouded Yellow, Souci, Postillon *
In het Bentwoud zag ik diverse oranje luzernevlinders. Deze heb ik in Zevenhuizen gefotografeerd.
Net als de op het ogenblik massaal aanwezige distelvlinders, zijn luzernevlinders zgn. trekvlinders.
Het zijn vlinders die vanuit het Middellandse Zeegebied naar het noorden trekken. Waarom is niet bekend,
al liggen redenen als voedselgebrek, overpopulatie en slecht weer voor de hand.
De vlinders die hier arriveren, zijn nakomelingen van de vlinders die aan de reis begonnen.
Onderweg gaat hun normale (snelle) levenscyclus door zodat hier één van de volgende generaties aankomt.
Ook in ons land gaat de voortplanting door. De laatste generatie vliegt weer zuidwaarts,
want de vlinders (en eitjes/poppen) kunnen hier niet overwinteren. Hoewel, met het warmere klimaat?
***
Recensie
Basisgids Strandvondsten
Ruim 230 soorten – Gedetailleerde foto’s – Nederlandse kust
De Bruyne en Gmelig Meyling, KNNV Uitgeverij 2019, ISBN 978 90 5011 685 5, € 22,95
Prachtige foto’s helpen de strandbezoeker bij het determineren van 230 soorten.
Klik hier voor een uitgebreide bespreking.
* Grauwe kiekendief, Circus pygargus, Montagu’s Harrier, Busard cendré, Wiesenweihe *
Foto Inge Duijsens: Mannetje grauwe kiekendief in Hongarije. Rond 1950 broedden er 250 stelletjes in ons land.
Door intensieve nestbescherming, met name in Oost-Groningen, is de soort (voorlopig) voor verdwijning behoed.