* Pijlstaart, Anas acuta, Pintail, Canard pilet, Spießente *
De sierlijkste Europese eend is ongetwijfeld de pijlstaart. Deze broedvogel van Noord-Europa
broedt zelden bij ons maar ’s winters zijn er hier duizenden, vooral op de Waddenzee.
De mannetjes zijn nu nog in eclipskleed (overgangskleed) en lijken sterk op de vrouwtjes.
Over enige tijd krijgen de woerden hun bruine kop met een witte streep, heel chic.
Totdat de woerden in zomerkleed zijn, is er toch een verschil: de vrouwtjessnavels zijn grijszwart,
de snavels van de mannetjes (foto’s) hebben een scherpe afscheiding tussen zwart en grijs/blauw.
De afgelopen dagen ben ik enkele malen naar Vogelplas Starrevaart in Leidschendam gegaan.
Uiteraard even naar de ijsvogels bij de parkeerplaats gekeken maar vooral geprobeerd
om vliegende vogels vlak boven het water te fotograferen. In dit Vogeldagboek een impressie.
* Slobeend, Spatula clypeata, Northern Shoveler, Canard souchet, Löffelente *
Slobeenden, met hun brede slobbersnavel, broeden wel in ons land, met zo’n zevenduizend paren.
Op het ogenblik zie je op de plassen in mijn omgeving forse aantallen (ruiende) slobeenden.
Veel van die slobbers komen uit andere delen van Europa. Op de foto een vrouwtje op de Starrevaart.
* Krakeend, Mareca strepera, Gadwall, Canard chipeau, Schnatterente *
Terwijl andere eendensoorten het (erg) moeilijk hebben, schrijft de krakeend een succesverhaal.
Op het ogenblik broeden er zo’n 25.000 paartjes in ons land, zesmaal zoveel als in 1990.
Ook elders in West-Europa doen ze het goed. Mogelijk als gevolg van veel nieuwe natte natuur.
Krakeenden zijn al in zomerkleed en zijn onder luid gekrak-krak volop aan het baltsen. Vrouwtje rechts.
* Grote zilverreiger, Ardea alba, Western Great Egret, Grande aigrette, Silberreiher *
Wellicht door diezelfde ‘nattigheid’ doen ook grote zilverreigers het erg goed in Nederland.
* Grauwe gans, Anser anser, Greylag Goose, Oie cendrée, Graugans *
Ook een vogel van natte gebieden die zich explosief heeft vermenigvuldigd en mede daardoor geliefd is bij jagers.
* Aalscholver, Phalacrocorax carbo, Great Cormorant, Grand cormoran, Kormoran *
De ‘aaibaarheidsfactor’ van de reptielachtige aalscholvers is niet zo groot. Ze werden vervolgd omdat ze vis eten.
In 1970 waren er nog maar ca. tweeduizend broedparen, volgens recente gegevens (Sovon) weer zo’n 20.000.
* Kokmeeuw, Chroicocephalus ridibundus, Black-headed Gull, Mouette rieuse, Lachmöwe *
’s Winters verwisselen adulte kokmeeuwen hun zwarte kap voor een donkere vlek achter het oog.
* Kleine mantelmeeuw, Larus fuscus, Lesser Black-backed Gull, Goéland brun, Heringsmöwe *
De kleine mantelmeeuw, een ‘echte’ zeemeeuw, zie ik steeds vaker en soms in grote groepen in het binnenland.
Met zo’n honderdduizend broedparen op de Wadden en in de Delta is het een talrijke vogel (geworden).
* Interview over Vogeldagboek in Vogels *
In het magazine Vogels van Vogelbescherming Nederland staat een verhaal over twintig jaar Vogeldagboek.
Met medewerking van Vogelbescherming kunt u HIER HET GEHELE ARTIKEL uit het herfstnummer lezen.
***
Recensie
De bergeend
Albert Beintema, Atlas Contact 2019, ISBN 978 90 450 3942 8, € 24,99
Er bestaan nog veel raadsels rond bergeenden. Beintema licht in dit interessante boek diverse sluiers op.
Klik hier voor een uitgebreide bespreking.