Kievitskoorts

Kievitskoorts

Auteur
Siebren Siebenga

Uitgave
Uitgeverij Noordboek 2021
168 pagina’s, 14,5 x 22 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5615 694 7
€ 17,50

NB: ook een belangwekkend boek, getiteld De kievit,
is van Sake P. Roodbergen, verschenen in 2018.
Daarin komt behalve ‘de traditie’ van het eierrapen
ook de soms heftige belangenstrijd
tussen diverse organisaties en mensen aan de orde.

Kievitskoorts

Over het rapen van kievitseieren en de kievitenvangst

Tradities komen en gaan. Maandag is geen wasdag meer, zwarte piet krijgt geen hoofdletters meer, kwelspelen als katknuppelen, ganstrekken en palingtrekken worden beschouwd als dierenmishandeling. Het vangen en nuttigen van kieviten is in ons land allang verboden en ook het rapen van kievitseieren mag je een verloren traditie noemen. De omstandigheden zijn sterk veranderd: het gaat slecht met de kievit. Dus is ook deze oude traditie verdwenen in de tijd.

Nu ging het ook niet om kinderachtige aantallen. Eind negentiende eeuw werden alleen al in Friesland honderd- tot honderdvijftigduizend kievitseieren verhandeld, ‘of beduidend meer’, schrijft de met het ‘ljippe-virus’ besmette Siebren Siebenga in zijn onderhoudende en wetenswaardige boek Kievitskoorts. In 1957 verkocht poelier De Jong in Leeuwarden nog 178.000 eieren. In 1993 werd de handel in kievitseieren verboden, sinds 2015 mogen er ook geen eieren meer worden geraapt.

Van oudsher was het rapen van kievitseieren en het vangen van kieviten een welkome aanvulling op het loon. Deze beroepseierzoekers schroomden niet om ook eieren van andere vogels mee te nemen, zoals van wulp, grutto en tureluur. Ze ‘molken’ de kieviten uit door telkens een ei weg te nemen en daarvoor in de plaats een op een ei lijkend steentje of aardappeltje te leggen. Tot de jaren vijftig toen door wetgeving de handel minder werd en de hobbyisten hun plaats innamen.

Deze lijders aan de ‘ziekte van Friesland’ waren zeer betrokken bij het wel en wee van de kievit, waren erg goede vogelkenners en hielpen na de eieroogst de boeren met de bescherming van kievitsnesten. Dat laatste werd altijd als argument gebruikt om het eierrapen te rechtvaardigen.

Het gaat slecht met de weidevogels en het rapen van kievitseieren past niet meer in deze tijd. Elk ei telt. De belangrijkste oorzaak is bekend: door de industriële manier van landbouw en veeteelt zijn de omstandigheden voor de weidevogels dramatisch verminderd: gebrek aan veiligheid, nestgelegenheid en voedsel. Siebenga noemt nadrukkelijk ook de rol van predatoren als vos, steenmarter, kraai en reiger. Die kunnen in de vlakke groene woestijnen makkelijk hun prooi vinden.

Zulke boeiende boeken over (verdwenen) tradities, geschreven door mensen die alles zelf hebben meegemaakt, zijn heel waardevol voor het nageslacht. “Ooit werd er geoogst, eieren en vlees. Dat is nu voltooid verleden tijd”, treurt Siebenga. “Die relatie tussen mens en kievit zal er ook nooit meer zijn”.

AdG, 9 maart 2021