Coniocarpen

Coniocarpen_Regenschaduw

Auteurs
Klaas van Dort, Bart Horvers
en Dries Van den Broeck (co-auteur)

Foto’s
Bart Horvers, Klaas van Dort e.a.

Uitgave
KNNV-afdeling Tilburg 2021
192 pagina’s, 17,5 x 24 cm, harde omslag
ISBN 978 90 826157 4 6
Tweetalig: Nederlands en Engels
Bestellen bij KNNV-afdeling Tilburg
€ 25 (verzending € 6)

Coniocarpen

Regenschaduw specialisten

Onopvallende schimmels van meestal nog geen 2 mm hoog, in ons land zo’n 25 bekende soorten, groeiend op dode of afstervende bomen in een vochtige omgeving, op beschutte plekjes op de schors of de stam want coniocarpen kunnen niet tegen regendruppels op hun minieme lichaampjes. Daarom worden ze ook ‘regenschaduw specialisten’ genoemd.

Generaliserend gezegd, zijn coniocarpen een groep zakjeszwammen. De meeste coniocarpen zijn een korstmos (licheen): de schimmel leeft in symbiose met een alg. Maar bij sommige soorten is er geen relatie met een alg (anders gezegd: de algpartner ontbreekt), dit worden ongelicheniseerde coniocarpen genoemd. De grens tussen coniocarpen en andere schimmels en korstmossen is vaag. In het boek wordt uiteraard dieper ingegaan op de kenmerken van coniocarpen.

Hoe herken je deze indicatoren van een gezonde leefomgeving? Zonder een tien keer vergrotende loep en bij moeilijk te onderscheiden soorten zonder een microscoop, kom je niet zo ver. Kansrijke vindplaatsen zijn oude bossen met schuine of staande (geen liggende) dode stammen of stervende bomen. Altijd in de regenschaduw en vaak op (oude) eiken.

De auteurs geven heel wat tips om coniocarpen te ontdekken. Zoek vooral naar opvallende ‘gidssoorten’ die dezelfde eisen aan de leefomgeving stellen als coniocarpen. Zoals bomen die zijn bedekt met grote stukken van het opvallend gele poederkorst, of witachtig maleboskorst, of ‘lichtgevend’ UV-mos, of het kleverig koraalzwammetje op dood naaldhout. Vindplaatsen staan op de websites Waarneming en Verspreidingsatlas.

Het boek bevat behalve algemene informatie over coniocarpen, ook determinatiesleutels, kenmerken van sporen en algen, gastorganismen en draagbomen, ecologische voorkeuren enz. Een bespreking van een vijftigtal soorten vormt de kern van het boek, op dubbele pagina’s met grote foto’s. Die foto’s zijn ongelooflijk mooi en duidelijk. Coniocarpen zijn immers met het blote oog nauwelijks opvallende schimmels, en om ze dan zo gedetailleerd te fotograferen!

Het is te begrijpen dat de Nederlandse auteurs behalve voor het Nederlands, ook voor een internationale taal (Engels) hebben gekozen, want hun boek ziet er prachtig uit en bevat veel waardevolle informatie. De schrijvers hopen dat mede door dit soort publicaties er meer aandacht komt voor coniocarpen, mijn belangstelling hebben ze zeker opgewekt!

AdG, 31 januari 2022