Het wonder van vliegen

Het_wonder_van_vliegen

Auteur
Richard Dawkins

Illustraties
Jana Lenzová

Vertaling
Roelof Posthuma

Uitgave
Uitgeverij Nieuw Amsterdam 2022
304 pagina’s, 17,5 x 24 cm, harde omslag
ISBN 978 90 4682 969 1
€ 27,99

Oorspronkelijke titel
Flights of Fancy:
Defying Gravity by Design & Evolution

Het wonder van vliegen

Van vogel tot vliegtuig

Kunnen vliegen is een droom die zo oud is als de mensheid. De wereldberoemde evolutiebioloog Richard Dawkins (Het zelfzuchtige gen, De Blinde Horlogemaker, God als misvatting) heeft er een populairwetenschappelijk boek over geschreven.

Het is opgedeeld in vijftien overzichtelijke hoofdstukken en prachtig geïllustreerd. Het is echt een koffietafelboek dat je oppakt en op willekeurige plekken kan opslaan om te lezen. Het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld behandelt enkele theorieën over vogeltrek, met name navigatie en oriëntatie. Noten en verwijzingen ontbreken, het blijft een publieksboek.

De Engelse ondertitel luidt Defying Gravity by Design & Evolution en dat is de kern van het boek. Dawkins gaat diep in op de ontwerpen van luchtvaartpioniers, ballonvaarders en de ideeën van bijvoorbeeld Leonardo de Vinci. Waar deze door bewust te ontwerpen en met trial en error uiteindelijk tot het volmaakte vliegtuig kwamen, werkt de evolutie anders: stap voor stap, en een mislukking betekent de dood, en dus geen nageslacht.

Het boek gaat overigens niet alleen over vogels, maar ook over vliegende zoogdieren, vliegende vissen, slangen, kikkers, en zelfs vliegende planten. Vliegen is geëvolueerd om voedsel te kunnen pakken, om te ontsnappen aan predatoren, of om te migreren naar voedselrijke gebieden. Dawkins is evolutiebioloog en ook bekend atheïst en ziet het als zijn missie om bewijzen aan te dragen voor de evolutieleer. In de VS gelooft bijvoorbeeld een derde van de mensen niet in de evolutie. In de moslimwereld is dit nog veel hoger.

Er zijn twee theorieën over hoe vogels zijn gaan vliegen. Vanaf de grond, dus al springend steeds hoger. Of vanuit de hoogte, zwevend van tak naar tak: Dawkins zelf gelooft meer in deze theorie: vogels die zich lieten vallen met gespreide oervleugels. Beide kunnen waar zijn. Dawkins wijst bijvoorbeeld op de jongen van grootpoothoenders, die direct na het uitkomen uit het ei, al slaande met hun piepkleine vleugeltjes tegen een steile, bijna verticale boomstam kunnen opklimmen. Zo kan het evolutionair ook gegaan zijn.

Hoewel ik toch al heel wat boeken over evolutie en dan met over de Archaeopterix (de oudste vogel) heb gelezen, bevat het voor mij toch veel nieuwe weetjes en feiten. Zo wist ik niet van de theorie dat Archaeopterix zijn vleugels misschien gebruikte als een soort vlindernet, om insecten uit de lucht te halen. Of dat insectenvleugels zijn ontstaan vanuit een soort zonnepanelen.

Het boek leest soms wat stroef, maar dat kan ook aan de (soms te letterlijke) vertaling liggen. Je merkt ook aan kleine dingen dat de vertaler geen vogelaar is: ‘adelaars’ in plaats van ‘arenden’, ‘gorsen’ in plaats van ‘gorzen’. En telkens waar ‘zwaluwen’ staat, vraag ik me af wat in het Engelse origineel stond. Barns swallows (boerenzwaluwen) of House martins (huiszwaluwen)?

Maar de schitterende illustraties van Jana Lenzové maken alles goed. Het zijn stuk voor stuk kunstwerkjes, en allemaal digitaal gemaakt. Prachtboek. Ik zet het bij mijn rijtje boeken over evolutie en niet tussen de vogelboeken.

Dick de Vos, 25 maart 2021