Auteur Uitgave |
Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse Ooievaarsdagboek ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’. Deze wens borrelde bij me op na het lezen van dit Ooievaarsdagboek. De laatste regel luidt: ‘Misschien wordt het morgen beter’. Het klinkt als een verlangen in wanhoop van de auteur die zelf gekweld door depressieve gedachten haar liefdevolle relatie deelt met een man die opgebrand lijkt. Lijkt, want voor beiden is de natuur de troostvolle strohalm. Zij is een Amsterdamse kunstenares (1959), schrijfster en volgens recensies ooit een begenadigd zangeres (Ma Rain), hij is Redmond O’Hanlon (1947), wetenschapper en beschrijver van (avontuurlijke) reizen. Na een actief leven hebben ze zich teruggetrokken uit de openbare aandacht en bewonen ze sinds enkele jaren een karakteristieke Drentse plattelandswoning in Koekange. Genoeg ingrediënten voor een saai boek, ware het niet dat er een ooievaarsnest op het dak zit! De ooievaars, de vogels en de dieren die hun erf bezoeken, de planten in de tuin en leuke en interessante ontmoetingen met mensen vormen de o zo welkome afleiding in hun bestaan. Marijn begint haar Ooievaarsdagboek op 3 februari 2021, de eerste ooievaar is bij de buren gearriveerd. Genoeg ooievaars trouwens in de buurt, want ooievaarsstation De Lokkerij ligt vlakbij. Vogelbeschermers zijn hier niet blij mee want waar veel ooievaars zijn, worden jonge weidevogels niet vliegvlug. Veel ooievaars sterven overigens in hun eerste levensjaar, het tweetal op het dak van de O’Hanlons is al (ruim) tien jaar oud. Doorspekt met vele anekdotes over alles wat zij zoal meemaakt, vertelt Marijn op levendige wijze het verhaal van het ooievaarsechtpaar met hun drie (uitgevlogen) jongen; de vierde heeft het niet gered en is in de tuin begraven. Op 21 februari 2022, de laatste dag van haar dagboek, staat alleen nog maar het mannetje op het daknest. Waar blijft zíj? (Na Eunice en Franklin is ze teruggekeerd, schreef Marijn me later. Ze heeft slechts één kuiken groot weten te brengen; andere jongen zijn gepredeerd.) ‘Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse’ is uit het leven gegrepen. De auteur sleept je mee in een heel herkenbaar verhaal van ouder wordende mensen met hun kwalen, met hun inspanningen voor flora en fauna, met de teloorgang van diezelfde planten- en dierenwereld, met de ellende in de wereld om ons heen, met de dagelijkse beslommeringen en genoegens. Als het vrouwtje nog niet op de boerderij gearriveerd is, vat Marijn dit alles verzuchtend samen: “We kunnen niets anders doen dan wachten, onverstoorbaar blijven, net als de ooievaar. Accepteren dat we niet alles in de hand hebben. Het weer niet. Megalomane mannen die met mensenlevens spelen niet. Virusmutaties niet. Onze eigen tekortkomingen niet”. Als lichtpunt is daar echter altijd het helende geluid van de natuur. Zoals klepperende ooievaars op je dak! AdG, 6 juli 2022
|
Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse
|