* Rietgors, Emberiza schoeniclus, Reed Bunting, Bruant des roseaux, Rohrammer *Rietgors
Vrouwtje rietgors verzamelt langs de Noordhovense Plas rietzaadjes, in de regen – ik neem aan voor eigen consumptie. Gisteren.
Vroeg broedende rietgorzen hebben wellicht al jongen, maar die krijgen alleen maar insecten, geen harde zaadjes.
Wellicht moet dit vrouwtje nog gaan broeden, want rietgorzen leggen eieren tot in juni. Soms twee broedsels.
* Kluut, Recurvirostra avosetta, Pied Avocet, Avocette élégante, Säbelschnäbler *
* Kokmeeuw, Chroicocephalus ridibundus, Black-headed Gull, Mouette rieuse, Lachmöwe *
Elk jaar nestelen kluten (dezelfde?) op een klein eilandje in de Benthuizerplas, ook in Zoetermeer.
Telkens komen er wel kuikentjes tevoorschijn, maar dat loopt meestal niet goed af tussen de broedende kokmeeuwen.
Gistermorgen scharrelden er drie verse kluutjes rond. De ouders hadden vanmorgen kennelijk besloten
hun kroost uit die gevaarlijke situatie te evacueren en waren het water overgezwommen naar het wandelpad en het fietspad.
Maar of dat een juist besluit was? Er heerste grote paniek bij de ouders toen ik langs fietste.
Het is daar druk, er zijn geen slikrandjes om te foerageren, er ligt een diepe wetering met steile beschoeiing.
Ik vrees dat ze met al hun goede bedoelingen van de regen in de drup zijn geraakt. Of ik de jongen nog terug zal zien?
* Oeverloper, Actitis hypoleucos, Common Sandpiper, Chevalier guignette, Flussuferläufer *
Door het hoge water staan ook de andere eilandjes nog deels onder water. Een oeverloper loopt er overal de kantjes af.
* Roerdomp, Botaurus stellaris, Eurasian Bittern, Butor étoilé, Rohrdommel *
Alle bovenstaande foto’s in de regen gemaakt, ook van deze roerdomp. Hij dook alweer snel het riet in.
Het is nu stil in de roerdompdomeinen: de vrouwtjes zitten te broeden en op een na-hoemp na zijn de mannetjes stil.
* Woudaap, Ixobrychus minutus, Little Bittern, Blongios nain, Zwergdommel *
Terwijl de roerdompen alle baltsrituelen achter de rug hebben, moeten de rietaapjes (officieel: woudapen) nog beginnen.
De eerste van deze kleine neven en nichten van de roerdomp zijn de afgelopen dagen vanuit zuidelijk Afrika gearriveerd.
Maar dan maken ze elkaar ook snel het hof, de mannetjes met een luid ‘geblaf’. Dit mannetje vanmorgen in de miezer was nog stil.
* Gewone rozenluis, Macrosiphum rosae, Rose Aphid, Puceron des pousses de rosier, Große Rosenblattlaus *
Ik ken bladluizen voornamelijk van rozen, riet en struiken. Er zijn in ons land honderden soorten van deze plaagdiertjes.
Ze worden maximaal een halve centimeter. Maar er zijn ook gevleugelde luizen, en door die vleugels ogen ze tweemaal zo groot.
Gevleugelde bladluizen ontwikkelen zich als het voedsel voor de ongevleugelden opraakt of als er overbevolking is.
Nimfen ‘maken’ dan vleugels om naar andere voedselbronnen te kunnen vliegen. Zoals deze gewone rozenluis in onze tuin.
* Issus coleoptratus, Issus coleoptratus, a planthopper, Cigale bossue, Echte Käferzikade *
Kevercicades, die zo’n zeven millimeter kunnen worden, zie ik regelmatig in onze tuin. Waarschijnlijk ook omdat we klimop hebben.
* Snuitkeverschildwants, Arma custos, Punaise brune, Waldwächter *
In het rijtje lage coniferen in de tuin heb ik al diverse soorten wantsen gevonden, zoals vorige week deze snuitkeverschildwants.