Canon van de Nederlandse Natuur

Auteur
Dick de Vos

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2023
240 pagina’s, 19 x 24 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5011 933 7
€ € 29,95 (per 1 november € 32,95)

Canon van de Nederlandse Natuur

50 karakteristieke soorten planten en dieren

Niet omdat ik Dick persoonlijk ken – dat wil ik graag vooraf gezegd hebben – maar zijn Canon van de Nederlandse Natuur is een meesterwerk. Ik weet dat het boek onder grote tijdsdruk is samengesteld, maar dat doet niets af aan de kwaliteit. De Canon ligt vanaf zaterdag in de boekwinkels. Van de uitgever had ik al weken geleden de proefdruk gekregen zodat ik deze pennenvrucht in alle rust kon lezen en beoordelen.

Een canon geeft een overzicht van belangrijke verschijnselen, van personen, kunstwerken, geschiedenis enz. Bekend is de Canon van Nederland met vijftig markante onderwerpen uit onze geschiedenis. Het ’toverwoord’ bij canons is vijftig.

Ook de Canon van de Nederlandse Natuur bevat vijftig thema’s. De auteur moet nachten geworsteld hebben met de keuze. Slechts vijftig? Uiteindelijk selecteerde De Vos soorten uit verschillende categorieën die sinds de laatste ijstijd binnen Nederland voorkomen. En de rest puzzelde hij bij elkaar met o.a. species die karakteristiek zijn voor ons landschap (knotwilg), hun rol in de geschiedenis (paling, haring), en – o ijdelheid der ijdelheden – de vos vanwege zijn familienaam en literaire faam (Reynaert de Vos).

Hoe weloverwogen ook, zo erkent De Vos zelf, alle keuzes zijn arbitrair. Desondanks is hij er knap in geslaagd om een dwarsdoorsnede van onze leefomgeving te presenteren met vijftig typerende soorten planten en dieren, bodem en landschap, water en weer, geuren en geluiden. De beperking tot vijftig betekent bij voorbaat dat er een levendige discussie zal ontstaan over welke onderwerpen beter niet genoemd hadden kunnen worden en welke juist wel opgenomen hadden moeten worden.

Het fraaie nog maar enkele eeuwen geleden uit Zuid-Europa geïmporteerde sneeuwklokje wordt wel beschreven en niet het ‘saaie’ riet, dat ons landschap sinds de prehistorie bedekt (heeft) en vele toepassingen kent, bijvoorbeeld als dakbedekking en voor muziekinstrumenten. De tot de verbeelding sprekende wolf wel, om mee te dansen op de golven van de actualiteit? De nietige veldmuis niet, die sinds mensenheugenis vrijwel elke cm grond van ons land gezien heeft en mensen tot wanhoop dreef. De schrijver koos voor de zeldzaam voorkomende noordse woelmuis. Zo zijn alle keuzes voor discussie vatbaar. Vijftig voor de Nederlanden gezichtsbepalende soorten uit heden en verleden is ook wel weinig.

Bij vrijwel alle van zijn vijftig thema’s duikt De Vos de diepte in en geeft hij informatie die regelmatig verrassende inzichten oplevert. Uiteraard heeft hij zich laten adviseren door deskundigen. Ik wist bijvoorbeeld niet dat de zoete geur van regen na een zomerse bui, die ik toch al driekwart eeuw (her)ken, een naam had: petrichor. In stad en bos geurt regen trouwens anders. Kamelen ruiken water al op 75 kilometer!

De bekende vliegenzwammen (rood met witte stippen) zijn geestverruimend. Maar waarom paddenstoelen gif bevatten, is nog steeds een van de grootste onopgeloste raadselen in de natuur. Evenals hun (vaak) uitbundige kleuren. Waarom? Ze verspreiden hun sporen toch via de wind?

Everzwijnen kunnen slecht tegen groene eikels. Ze verlichten hun buikpijn vanwege de tannines door insectenlarven, wormen en amfibieën te eten, waarvoor ze de grond omwoelen. En van landbouwgewassen snoepen. Ringslangen komen al sinds het neolithicum (5300-2400 vC) voor in ons land. De populaties in het Groene Hart van Holland zijn uitgezet, zoals ook met boomkikkers en andere dier- en plantensoorten is gebeurd.

En dan de knotwilg. Door De Vos terecht voorgesteld als onze nationale boom. Het zijn afgezaagde schietwilgen met zacht en taai hout, ideaal voor onze klompen. Geknot noemen we ze knotwilgen, kenmerkend voor een groot deel van ons land. Nestboom voor veel vogelsoorten en insecten, zoals steenuilen, winterkoninkjes en – in mijn jeugd in Oud-Alblas – voor heel wat paartjes gekraagde roodstaarten. Bij onze buurman/boer heb ik vroeger vele takken/tenen van de knotwilg geschild voor een zakcentje; takken die voor allerlei doeleinden werden gebruikt. Voor pijnbestrijding werd de stof salicine uit de schors van knotwilgen gebruikt, bekend onder de naam aspirine. Thans nog ingezet bij hart- en vaatziekten en bij onderzoek naar kanker.

Zo wemelt dit prachtige boek van interessante en ook vermakelijke wetenswaardigheden en anekdotes. Waarom Nederland kikkerland werd genoemd en Nederlanders kaaskoppen. Over de mythe van de ‘boomganzen’ die eigenlijk vissen waren zodat je de ganzen ook tijdens vasten en op vrijdagen mocht eten… Over de mysterieuze palingen met hun helse tocht van zoet naar zout over de oceanen en de 26 doden bij het Palingoproer in 1886 in Amsterdam omdat het wreed doden van alen tijdens het (verboden) palingtrekken onderdrukt werd.

Er staat zo veel in dit prettig geschreven boek, dat je blijft lezen. Zoals over paardenbloemen, die volgens mij eerder de titel Nationale bloem van Nederland hadden verdiend dan het madeliefje. Paardenbloemen zijn een bron van biodiversiteit, in hun wortels zit latex. Dick de Vos sluit niet uit dat uiteindelijk Max Verstappen gaat racen op banden gemaakt uit paardenbloemen. Dat lijkt me een waanidee, hoewel…

De Canon van de Nederlandse Natuur, verschenen ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van KNNV Uitgeverij, is een uitermate boeiend en wetenswaardig document over ons milieu. Over het verleden, over de tijd waarin we leven en hier en daar met een glimp van de toekomst.

AdG, 26 oktober 2023