Auteur
Peter Bulsing

Foto’s
Peter Bulsing, Jack Folkers, Hans van Hage
Paul Kersten en Gerda Westhof van Fastenhout

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2023
272 pagina’s, 17 x 25 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5011 922 1
€ 32,95

De auteur wil ons met deze uitgave duidelijk maken dat een natuurrijke tuin een bijdrage levert aan biodiversiteit en bestrijding van wateroverlast. Daarnaast verschaft een natuurrijke tuin je gewoon ook veel plezier. De buitenruimte in steden wordt steeds belangrijker. Een versteende stad is aanzienlijk warmer dan een ‘groene’ leefomgeving. Maar ja, waar laat je alle stenen en tegels als je je tuin wil vergroenen?

Voor dergelijke praktische dilemma’s krijg je heel bruikbare tips. En na verloop van tijd wordt je tuin steeds natuurlijker. Maar verwacht geen wonderen! De natuur heeft tijd nodig. De tip dat je zo weinig mogelijk in je tuin moet schoffelen, zal velen aanspreken. De tabel over welke levende organismen in de bovenste lagen van gezonde grond voorkomen is indrukwekkend. In een kubieke meter gezonde grond zitten maar liefst 50.000.000.000.000 bacteriën. Plus nog een heleboel andere levende wezens. Een impopulaire plant als zevenblad mag rustig blijven staan. Het leuke is dat je dan tips krijgt welke inheemse planten je ertussen kan zetten die het samen met zevenblad goed en mooi doen.

Er zijn al veel boeken verschenen over de aanleg en het onderhoud van een meer natuurlijke tuin. Maar nog nooit ben ik een uitgave tegengekomen die zo veel aandacht besteedt aan het leven van geleedpotigen. Daaronder vallen insecten, spinachtigen, kreeftachtigen en veelpotigen. Meestal probeert een auteur de lezer te verleiden tot de aanleg van een natuurlijke tuin door te beschrijven welke struiken en planten dienen om zo veel mogelijk vogels en dan ook nog andere dieren als een soort bijvangst te lokken. Dat is hier niet het geval.

Van de 272 pagina’s zijn er ruim 180 ingeruimd voor geleedpotigen. De diertjes worden eerst per groep behandeld volgens een vaste formule. Bijvoorbeeld over de vlinders wordt eerst iets algemeens gezegd en dan iets over hun levenswijze. Vervolgens gaat het specifieker over o.a. de waardplanten, hoe je de metamorfose kan volgen door een poppenkast te maken of aan te schaffen enz. Met een bijen-, insecten- en wormenhotel maak je je tuin aantrekkelijk voor deze diergroepen.

De tekst is heel leesbaar. Meer dan duizend goede foto’s geven een beeld van wat je in een natuurrijke tuin kan verwachten. Ze helpen je ook met het aanschaffen van de beplanting. Door het grote aantal heb je een ruime keuze. Achterin vind je een ’toepassingstabel inheemse planten’. De lijst is alfabetisch en begint met de Latijnse naam. Ik denk dat het voor de gemiddelde tuinliefhebber handiger was geweest om met de Nederlandse naam te starten. Een register en ‘Adreslijst kwekers biologische planten’ completeren het boek. Een mooie aanvulling op reeds bestaande publicaties over de aanleg van natuurlijke tuinen.