Auteur Illustraties Uitgave |
Dichter bij de vogel door fenomenologie Het liefst zit ik op mijn krukje op een rustige plek naar vogels en alles wat groeit en bloeit te kijken. Tussen het fotograferen door observeer ik dan het gedrag van vogels, vlinders, insecten. De een doet dit, de ander dat, fascinerend. En ontspannend. Maar je kunt ook ‘verder’ kijken. Niet alleen vogels gadeslaan maar ook om de gebeurtenissen die je ziet, de fenomenen, te begrijpen, te verklaren, verbanden te leggen. Hierdoor ontstaat een innerlijk beeld van de vogel. In het boekje ‘Dichter bij de vogel door fenomenologie’ wordt dit uitgelegd. Het is een klein boekje, klein formaat, 120 pagina’s. Maar het stemt tot nadenken over de filosofische stroming ‘fenomenologie’. Zoals met alle filosofische richtingen het geval is, laat het zich niet kort omschrijven. Het gaat om intensieve waarneming (slow watching) van het fenomeen (vogels in dit geval, maar het kan voor van alles gelden). Volgens een driestappenplan: 1. bekijk de vogel aandachtig zonder vooropgezette meningen. 2. kijk terug (met anderen) op je waarnemingen en probeer die met elkaar in verband te brengen. 3. combineer je belevingen zodat je een beeld krijgt van de kwaliteiten van de vogel. Ik ben een ‘nuchter’ mens en vind dit soort ‘zweverige’ bewoordingen lastig. Ik zie vrijwel dagelijks meerkoeten. Dan krijg je wel een aardige kijk op de gedragingen van zo’n vogel. Ik karakteriseer een meerkoet als een agressieve vogel die soortgenoten en andere vogels in en buiten het broedseizoen aanvalt op wegjaagt. Zorgzaam voor zijn kuikens, maar als hij om welke niet te verklaren reden dan ook vindt dat er te veel zijn, doodt hij zijn eigen jonkies. Auteur Wolter Bos pakt ook de meerkoet (‘Een zorgzame vechtjas’) bij de kop maar gaat dieper met zijn registratie. “Als ik probeer om verder te kijken dan de directe gevoelens van ergernis of vertedering, valt me op dat de gerichtheid van de meerkoet als het ware ‘naar voren toe’ is, niet om zich in zijn omgeving in te voegen, maar om er mee te botsen. Je kunt deze leefstijl, aanvallen en afweren, fenomenologisch al aan de voorkant van zijn kop aflezen: de naar voren priemende witte snavel die overloopt in het harde, afwerende kopschild.” Slotsom: vechten hoort bij de levensstijl van de meerkoet, het tekent wie hij is. Een belangrijk onderdeel van de fenomenologie betreft de zang van de vogels. Bos vergeleek onder meer de spreeuw en de merel. “Wat heeft die vergelijking aan het licht gebracht? In de eerste plaats dat beide vogels zingen in een stijl die identiek is aan de stijl waarin ze bewegen. (…) De bouw van het lichaam, de eenzijdige nadruk op de voorkant van de spreeuw tegenover de harmonische proporties van de merel, konden we met dit verschil in verband brengen.” Dit zijn enkele voorbeelden hoe de auteur en zijn mede-filosofen de vogels bekijken en proberen de diverse hoedanigheden met elkaar te verbinden: lichaamsbouw, zang, gedrag. Over (de verschillen in) de baltsvluchten van weidevogels, over de topzangers veldleeuwerik, nachtegaal en merel, over boomklauteraars, over roofvogels enz. Conclusie: door op deze ‘intense’ manier naar vogels te kijken, voeg je een dimensie toe aan het observeren van onze gevederde dieren en kom je zelf ook ‘Dichter bij de vogel’, bij de natuur. Ik ga er op mijn krukje eens goed voor zitten! AdG, 20 februari 2024
|
Dichter bij de vogel
|