De Vogelboom

Auteur
Truda Henselmans

Illustraties
Karin Narinx

Uitgave
Boekscout 2024
21 x 21 cm, 98 pagina’s
ISBN 978 94 650 9248 5
€ 21,50

Leeftijd
Vanaf 6 jaar

De Vogelboom

Een boek vol spannende, vrolijke verhalen over vogels

Hoe geef je kinderen informatie over vogels? Doe je dat volgens de mores van een vogelgids: zo zien ze eruit, dit geluid maken ze en daar komen ze voor? Of doe je dat op een andere manier? De auteur kiest voor verhalen.

In de tuin van wat later de buurvrouw blijkt te zijn, staat een conifeer. Een Vogelboom waarin veel vogels uit de buurt een plekje vinden. Maar de boom loopt gevaar gekapt te worden. Na een storm moet de rommel opgeruimd worden. Gemeentewerken gaat voortvarend aan de slag en een paar eiken op een plein lijken te moeten sneven. Gelukkig voorkomt een brief aan B&W dat de bomen gekapt worden.

Een belangrijke rol in het verhaal is weggelegd voor ‘de mevrouw’ die heel goed voor de vogels in haar tuin zorgt. Ze voert ze bij en hangt nestkastjes op. Vogels krijgen een naam in het verhaal. Merel en Merijn zijn de merels die, zoals alle dieren, sprekend opgevoerd worden. We komen te weten hoe ze de winter doorkomen dankzij bijvoedering door ‘de mevrouw’. In het voorjaar bouwen de merels een nest. Daar komt van alles bij kijken. En welke gevaren lopen de jonge vogels?

’s Winters krijgen de merels gezelschap van spreeuwen. Daardoor komen we het een en ander te weten over vogeltrek. In het koude jaargetijde komen vogels die je anders nooit in de tuin of boom ziet van de voedertafel snoepen. Zo maken we kennis met nog meer soorten.

Het bijvoeren leent zich om een hoofdstuk aan ‘pikorde’ te wijden. De houtduiven Zahra en Simon zijn op een gegeven moment het leven in en om de Vogelboom zat en besluiten eropuit te trekken. Ze gaan op zoek naar een land waar ze zich beter thuis zullen voelen. Met dit gegeven kun je een heleboel over vogeltrek kwijt en de gevaren die ze gedurende hun reis lopen.

Teun en Tina zijn roodborsten die zich ook als roodborst gedragen: onverdraagzaam. Fayza en Farouk, twee Turkse tortels, doen wat wij zo goed van tortels kennen: een heel slecht nest bouwen. Maar gelukkig slagen ze er toch in om een paar jongen groot te brengen. We maken verder nog kennis met mussen, mezen, een gaai en eksters. De illustrator is erin geslaagd om met heel duidelijke tekeningen de vogels en de sfeer weer te geven. Alleen bij de houtduiven ontbreekt de kenmerkende witte halsvlek.

Een mooi boek om kinderen die de leeskunst nog niet machtig zijn, voor te lezen en voor de wat oudere jeugd om het zelf te lezen.

Ko Katsman, 22 juli 2024