241108 Twee kleintjes



* Kleine zwaan, Cygnus bewickii, Bewick’s Swan, Cygne de Bewick, Zwergschwan *
Sinds half oktober arriveren kleine zwanen in ons land. Nog maar mondjesmaat, maar ze zijn er!
Kleine zwanen broeden hoog in het noorden van Europa en Azië. Als het gaat vriezen, komen ze onze kant op.
Maar ook in Siberië en omgeving stijgt de temperatuur en is er minder behoefte om ver naar het zuiden te trekken.
De tijden van vele honderden kleine zwanen in ons land zijn voorbij, de vogels blijven noordelijker hangen.
Op Vogelplas Starrevaart, van oudsher een toplocatie voor de kleintjes, zag ik er gisteren twee, in grauw weer.
Later vlogen ze naar het zuiden en, gelet op de waarnemingen, verbleven ze daarna in de Nieuwe Driemanspolder.



* Bergeend, Tadorna tadorna, Tadorne de Belon, Shelduck, Brandgans *
* Slobeend, Spatula clypeata, Northern Shoveler, Canard souchet, Löffelente *
Twee fraaie eenden die in vlucht nog mooier zijn dan zwemmend. De bergeend (boven) vloog in Zoetermeer.
De foto van het mannetje slobeend is van begin oktober op de Starrevaart: ruiend naar prachtkleed.


* Sperwer, Accipiter nisus, Sparrow Hawk, Épervier d’Europe, Sperber *
Bij De Wilck was vanmorgen een sperwer op jacht. Daarna rustte hij/zij even uit. Het is een jonge vogel:
grove bandering op de borst en lichte veerzomen op de rug. De sekse is in dit stadium moeilijk vast te stellen.


* Platrug onbek, Polydesmidae indet *
Tussen slijmzwammen in het Bentwoud zat deze platrug, Bij ons komen een handvol platruggen voor.
Het zijn geleedpotigen uit de familie Polydesmidae (miljoenpoten met een platte rug). Ze lijken op elkaar.
Dit diertje was zo’n 2,5 à 3 cm, wat overeenkomt met de grote platrug. Maar daar ben ik niet zeker van.

Woensdagmorgen heb ik van twee enthousiaste paddenstoelmeisjes een cursusje ‘klein-kijken’ gekregen.
Ik ontmoette de dames op een laarzenpad in het Bentwoud. Zij speurden de natte, dode takken af naar zwammen
waar ik normaal gesproken aan voorbij zou lopen. Nou ja, nu en dan pik ik wel eens een mini-paddenstoel mee,
maar zij ontdekten in elk miniem zwammetje wel iets bijzonders. Ik heb een paar krenten uit hun pap meegepikt.


* Roodbruin netpluimpje, Stemonitis axifera, Kurzes Fadenkeulchen *
Een slijmzwam. Vind het niet zo’n treffende naam voor zo’n fraai gevormd organisme van één à twee centimeter hoog.
De sporendoosjes staan op dunne steeltjes. De levensduur is zo’n twintig uur waarna de sporen worden verspreid.
Ze zijn zo klein dat je echt op je knieën moet om ze te bekijken. Toch is het een algemene soort in ons land.


* Rood oorzwammetje, Crepidotus cinnabarinus, Red Stumpfoot Mushroom, Crépidote rouge, Zinnoberrotes Stummelfüßchen *
De natuur is onbeschrijfelijk mooi. Zeker als je naar details kijkt, zowel in de fauna- als in de florawereld.
Wat te denken van dit juweeltje, het zeer zeldzame rood oorzwammetje, met een klein rood hoedje van ongeveer een centimeter.
Aan de onderkant (foto) zitten prachtige plaatjes. Die zijn bleek van kleur maar hebben een felrode snede.
Als zo’n hoed aan de zijkant vastzit met het steeltje, zoals bij de oesterzwam, noemt men dat een pleurotoïde soort.
In 2014 werd dit oorzwammetje voor het eerst in ons land waargenomen, het lijkt zich gestaag uit te breiden.