Auteur Illustraties Uitgave Leeftijd |
van Wad naar Stad Een scholekster vliegend voor de skyline van Rotterdam. Doorgewinterde vogelaars weten dat je deze vogels niet meer alleen op schorren en in weilanden ziet broeden. Steeds meer scholeksters zoeken de omgeving van de stad waar ze op platte grinddaken hun nest maken. Onze scholekster ‘Piet’ is op zoek naar een broedplaats. Op het strand is geen plaats meer voor hem, dus zoekt hij zijn heil elders. Hij komt in een onweersbui terecht, raakt gedesoriënteerd en vliegt tegen een gebouw. Met een gewonde rechtervleugel stort hij neer, maar blijft gelukkig in leven. Hoe gaat hij zich in de stad redden? Gelukkig komt hij allerlei andere vogels tegen, zoals Dorus de duif en Carla de kraai, die hem letterlijk en figuurlijk wegwijs in de stad maken. Ze waarschuwen hem voor de gevaren en nemen hem mee naar het ‘Plein van de Gele Staven’ waar veel vogels verblijven. Het Plein blijkt een plein met een patattent te zijn waar veel vogels voedsel komen snaaien. In de tekst vinden we veel van dergelijke omschrijvingen, die het boek voor lezers die Rotterdam kennen een extra dimensie geven. De tochten van Piet en zijn makkers door de stad zijn gedetailleerd omschreven en zo te volgen, als je de stad tenminste kent. Eigenlijk zijn alle vogels even aardig voor Piet, behalve dan de nijlganzen. Zij vormen met zijn alle een bende en terroriseren de stad. Hoe de vogels er uiteindelijk gezamenlijk in slagen de boeven te verslaan, ga ik hier niet verklappen. Als Piet zijn toekomstige vrouw ‘Muze’ bevrijd heeft uit de klauwen van de nijlganzen, komen ze op Brienenoordeiland terecht, bouwen daar een nest en krijgen kuikens. De uitgever geeft aan dat de tekst geschikt is voor kinderen vanaf 9 jaar. Ik twijfel daaraan. Er staan veel zinnen als: ‘Het was in de context van de recente gebeurtenissen een ontroerend gezicht’. Voor een negenjarige toch een tamelijk ingewikkelde zin. Maar, schrijft de uitgever ook, het is geschikt tot 99 jaar… Elk hoofdstuk begint met een illustratie van Maaike de Jager. Ze lijken eenvoudig, maar geven de inhoud van het hoofdstuk treffend weer. En dat is dan juist weer het knappe daaraan. Het lezen van het boek en het schrijven van de recensie krijgt door het overlijden van Thijs Streefkerk op 23-jarige leeftijd, tijdens het drukproces, een extra dimensie. Het nawoord is van zijn moeder Conny. Zij vertelt ons hoe Thijs was. Veel eigenschappen van Piet ziet ze terug in haar zoon. Een tekst die je diep raakt. Het boek is opgedragen aan zijn tijdens het schrijven nog ongeboren dochter Emma. Zij mag trots zijn op zo’n vader. Als besluit het gedicht waarmee van Wad naar Stad opent: Terwijl het getij zijn wereld vormt, Ko Katsman, 15 november 2024
|
van Wad naar Stad
|