Auteur Vertaling Uitgave Oorspronkelijke uitgave |
Dier & spoor
Ook op dagen dat de dierenwereld zich niet of nauwelijks toont, valt er voor de natuurliefhebber genoeg te beleven. Voetafdrukken, bewerkte voedselresten, uitwerpselen, nesten en overnachtingsplaatsen, allerlei tekens verraden dat in de o zo stille natuur toch van alles gaande is. De hoeveelheid sporen is nagenoeg eindeloos, want ieder dier moet eten, slapen, zich voortplanten, ontlasten etc. Van niet ieder vogelpoepje is even gemakkelijk vast te stellen, welke soort die heeft achtergelaten. Iets dergelijks geldt ook voor krabsporen, voor braakballen en voor een flink aantal bijtsporen. Veel gemakkelijker zijn voetafdrukken (mits goed te zien, bijvoorbeeld in modder of sneeuw) en schedels te determineren. Dit boek maakt een keuze voor een opsomming van een flink aantal duidelijk kenmerkende sporen. Zo kan aan de hand van de afbeeldingen en de omschrijvingen van heel wat dieren worden vastgesteld om welke soort het gaat, of op zijn minst om welke soortgroep. Hoewel ook vogelsporen ruimschoots aan bod komen, ligt de nadruk op de zoogdieren. Omdat juist zoogdieren vaak een verborgen bestaan leiden, zie je eerder de sporen dan de betreffende dieren zelf. Het boek trekt hieruit de consequentie door in het tweede gedeelte alle in Europa in het wild voorkomende zoogdieren te benoemen, met een beschrijving van leefwijze, leefomgeving, grootte, uiterlijk en een kaartje van het verspreidingsgebied. Ik vind dat een erg sterk punt, waardoor dit boek veel meer is dan een diersporengids. Dat tweede gedeelte bevat ook de exoten. Dat zijn er heel wat meer dan ik wist. Zo herbergt Europa populaties van bijvoorbeeld sikahert, witstaarthert, muntjak, wasbeer, beverrat, Amerikaanse nerts en wasbeerhond. Sommige daarvan zijn al vlak bij de Nederlandse grens of in ons land waar te nemen. Het boek staat boordevol met illustraties, het merendeel foto’s, plezierig om in te bladeren. De tekst is heel informatief, met een uitnodigende stijl. Ronald Klingers, 22 april 2013 |