Tureluurs (Tringa totanus, Chevalier gambette, Redshank) bouwen hun nesten in het gras.
Als dat lang en nat wordt, 'verzwelgen' ze eronder. Dit kuiken heeft het – voorlopig – gered. De Wilck.

Zodra de drukte van de voorjaarstrek voorbij is en de vogels volop aan het broeden zijn,
breekt voor mij een wat rustiger tijd aan. Traditioneel neem ik daarom in juni 'vakantie'.
Ik ben nu bezig mijn foto's, boeken, e-mails en rommel op mijn bureau aan het ordenen.
Vrijdag verschijnt er nog een Vogeldagboek, maar dan laat ik de computer met rust!
Mijn camera niet, die ligt altijd binnen handbereik, wat ik ook doe of waar ik ook ben.

De natuur is zo boeiend, zo spannend, zo intrigerend omdat zij zo veranderlijk is.
Door de erg lange winter en het natte en het koude voorjaar hebben plant en dier het moeilijk.
Het gaat ronduit slecht met de vogels en hun broedsels. Nat, koud, en dus ook weinig voedsel.

Hier enkele voorbeelden, er zijn er helaas vele (zoals van vol geregende nesten van scholeksters).
Ik las op Beleef de Lente en ik hoorde van een insider dat gierzwaluwen met dit slechte weer
eieren uit hun nest kukelen en wachten op warmer weer om opnieuw te gaan broeden.
De twee Extremadura-gruttokuikens hebben het niet gered. De kleine plevieren in het Bentwoud
hebben wel jongen gekregen maar die hebben geen kans gezien zich te ontwikkelen.
Ik zie veel minder jonge eenden en jonge knobbelzwanen. Het is een aaneenschakeling van triestheid.

Uiteraard zijn er ook (te sporadisch) mooie momenten. Van de drie kievitspullen die ik van straat haalde,
hebben twee het overleefd. Ik heb ze elke dag gevolgd (Prismaterrein Bleiswijk) en gisteravond nog
zag ik het tweetal, dat intussen flink gegroeid is. Hier en daar zie ik jonge tureluurs.
En maandag, tijdens de enige echt mooie meidag to nu toe, zag ik zelfs een aantal libellen 🙂

Viervlek (Libellula quadrimaculata, Libellule à quatre taches, Four Spotted Chaser). Starrevaart.

Nog een laatste winterfoto, van een goudhaantje (Regulus regulus, Roitelet huppé, Goldcrest). Zoetermeer.