Een draaihals (Jynx torquilla, Torcol fourmilier, Eurasian Wryneck) vandaag ik Katwijk aan Zee.
In het weekend diverse berichten van lezers ontvangen: er zijn zeldzame vogelsoorten gezien
in Berkel en Rodenrijs (lachsterns) en in Hendrik-Ido-Ambacht en Katwijk (draaihalzen).
Ik ben geen twitcher en ren niet achter zeldzame soorten aan (nog los van de drukte),
een lachstern heb ik nog nooit gezien maar een draaihals vind ik een heel bijzondere vogel.
Vanmorgen dus naar Katwijk ('t Ambacht, zoals wij vroeger zeiden, is verder weg), naar de Coepelduynen,
waar hij de afgelopen dagen gemeld was. Eerst op telpost De Puinhoop gekeken, veel groenlingen.
Na een uurtje ontdekte ik in de Coepelduynen de vogel, die vanaf afstand slecht te herkennen is.
En helaas kreeg ik hem ook niet veel dichterbij. Na een half uur zag ik hem helemaal niet meer.
Waarom heet een vogel 'draaihals'? Antwoord is simpel: hij kan zijn nek 180 graden draaien!
In ons land broedt slechts een handvol van deze vogels. In de trektijd zijn er wel te zien, zie Waarneming.
De draaihals is een spechtensoort, al timmert hij niet op bomen, maar hij is wel dol op mieren.
Net als een groene specht zit hij met zijn lange tong op de grond mieren te snoepen.
Door zijn eenvoudige bruine tinten en schuwe levenswijze zie je hem gemakkelijk over het hoofd.
Ook de regenwulp is een trekvogel (Numenius phaeopus, Courlis corlieu, Whimbrel), broedt niet bij ons.
De afgelopen weken heb ik er flink wat gezien. Deze heb ik gefotografeerd in de Barrepolder, Zoeterwoude.
Een regenwulp is kleiner dan een wulp, kortere snavel en een duidelijke lichte streep over de kop.
Kokmeeuw, adulte vogel in winterkleed (Chroicocephalus ridibundus, Mouette rieuse, Black-headed Gull).
Soms tientallen op trek zijnde tapuiten en paapjes zie ik dagelijks in de polders. Meer tapuiten dan paapjes.
Dit paapje (Saxicola rubetra, Tarier des prés, Whinchat) heb ik ook in de Zoeterwoudse Barrepolder gefotografeerd.
Rups van de nachtvlinder wapendrager (Phalera bucephala, Bucéphale, Buff-tip). Golfbaan Bentwoud vanmiddag.
Wikipedia: de naam wapendrager komt van de kop van de rups, die de vorm en tekening heeft van een wapenschild.
De naam zou ook kunnen verwijzen naar de schildvormige vlekken op de punten van de voorvleugels van de vlinder.
De (nacht)vlinder lijkt in ruststand op een afgebroken berkentakje. Bij gevaar spreidt hij zijn vleugels uit,
waardoor hij plotseling lijkt op een gezicht met grote ogen en een lichte neusvleugel. Die wapens draagt hij!