In een slootje aan de rand van het Prielenbos in Zoetermeer scharrelde vanmorgen een waterral
(Rallus aquaticus, Râle d'eau, Water Rail). Deze vogels zijn niet schuw maar trekken zich graag terug
tussen riet en andere oeverbegroeiing, en daarom zie je ze veel minder vaak dan dat je ze hoort.
De vogel, die in de najaarsrui was, maakte zich dan ook helemaal niet druk om mij.
Ik kon zelfs mijn krukje uitklappen en hem – uiteraard vanaf gepaste afstand – rustig zien foerageren.
In de duinen, vrij ver van zee, tussen Wassenaar en Katwijk aan Zee vond ik gisteren deze schelp, 8,5 cm.
Het is een wulk (Buccinum undatum, Buccin commun, Common Whelk), 'onze' grootste horen.
Deze prachtige horens spoelen wel vaker aan, meestal (sub)fossiel, zoals deze. Bij dit exemplaar
is de onderste winding verdwenen, zo schreef de Nederlandse Malacologische Vereniging mij.
"Aan de structuur op de topwindingen kun je herkennen dat het hier om een wulk gaat.
Doordat de onderste winding weg is, kun je de ‘spil’ heel goed zien. Dat is in feite de kern van de horen."
Op een paar meter afstand deed ik nog een vondst: een 1 euromunt. Dat was geen fossiel!
In deze tijd van het jaar kan je overal de wollige bundelzwam op populieren tegenkomen
(Pholiota populnea, Pholiote destructrice, Yellow Laminated Butt Rot of Poplars).
Soms alleen, vaak in bundels, en dikwijls op de snijvlakken van afgezaagde bomen. Prielenbos.
Watersnip (Gallinago gallinago, Bécassine des marais, Snipe) vandaag op de Benthuizer Plas.
|
|