De slimste vogelgids

De_slimste_vogelgids

Auteur
Jan Rodts

Uitgave
Uitgeverij Houtekiet 2019
444 pagina’s, 14,5 x 22 cm
ISBN 978 90 8924 749 0
€ 29,99

Koolmees
Een fragment van de pagina koolmezen.

De slimste vogelgids

Alle 192 broedvogels van België en Nederland
Herken elke vogel in één oogopslag

Voor beginnende en nog niet zo ervaren vogelaars is er goed nieuws: Jan Rodts heeft een vogelboek samengesteld waarmee aan de hand van uitstekende foto’s de meest in het oog springende kenmerken van vogels met dunne lijntjes en korte teksten worden aangegeven. Heel handig om vogels snel te herkennen.

De opzet van de gids is trouwens volkomen afwijkend van alle andere uitgaven: de vogels staan niet per familie bij elkaar maar staan op volgorde van grootte: van het goudhaantje tot de knobbelzwaan. Een opmerkelijke keuze. Rodts heeft gelukkig wel wat hulpmiddelen ingebouwd om de grootte (via silhouetten) te kunnen bepalen, want in het veld valt het niet mee om het juiste formaat vast te stellen.

Nadeel van deze indeling is dat alle mezen, meeuwen, eenden enz. kriskras door het boek staan. Ik ben benieuwd hoe aanstormende vogelkenners dit zullen ervaren. Geroutineerde vogelaars kijken naar gelijkende soorten en zien die graag gegroepeerd bij elkaar waardoor determinatie gemakkelijker is.

Maar goed, Jan Rodts, oud-directeur van Vogelbescherming Vlaanderen, heeft er naar eigen zeggen goed over nagedacht en laten we hem het voordeel van de twijfel geven. Zo heeft hij zich ook bewust beperkt tot de (192) broedvogels van België en Nederland zodat beginners niet verdwalen in een boek met alle (ca. 530) Europese broedvogels. Daar is veel voor te zeggen.

Hij heeft zich nog meer beperkingen opgelegd. Broedvogels in winterkleed worden niet afgebeeld evenmin als vogels in jeugdkleed (op enkele uitzonderingen na: roodborst, spreeuw, kwak en steenuil). Nog meer pagina’s zouden deze toch al dikke pil te zwaar maken; een gemis is het wel.

Elke vogel krijgt twee pagina’s: een met de mooie foto’s met duidelijke aanwijzingen waar je op moet letten. Dat is het sterkste (of slimste…) punt van dit boek. Op de andere pagina krijg je veel informatie: hoe kwetsbaar zijn de vogels, wat is hun lengte, spanwijdte en gewicht, net als in Vogeldagboek worden de vogels benoemd in vijf talen (NL, Latijn, E, F en D), wat algemene gegevens, voorkeur voor habitat, voedsel, nest en broedsel en mogelijke verwarring met andere soorten. Summiere maar feitelijke en zinvolle info.

Ook wordt aangegeven of er verschil bestaat tussen de geslachten. Dat is te summier. Bij veel vogels staat: ♂ en ♀ zien er hetzelfde uit. Bij putters wordt wel het hele subtiele verschil vermeld tussen het rode gezichtsmasker van mannetje en vrouwtje, maar opvallende(r) verschillen bij bijvoorbeeld grutto, lepelaar, pimpelmees, kluut, enz. worden niet genoemd, evenmin als een kenmerkend verschil tussen glanskop (lichte vlek aan snavelbasis) en matkop. Misschien iets voor de tweede druk.

Want die komt er zeker. Immers, misschien is deze veldgids niet het allerslimste vogelboek, of de ultieme gids zoals op de flap staat, maar het is een bijzonder interessant vogelboek dat veel vogelaars op weg kan helpen bij het herkennen van onze gevleugelde vrienden. Samenvattend: De beste gids van dit moment voor nog niet doorgewinterde vogelliefhebbers om vogels op naam te brengen.

AdG, 1 oktober 2019