200902 Witte meerkoet

Meerkoet310820D

* Meerkoet, Fulica atra, Eurasian Coot, Foulque macroule, Bläßhuhn *
Een bijna geheel witte meerkoet maandag in de Munnikenpolder in Leiderdorp.
Zwart of wit maakt niet uit: meerkoeten vertonen altijd aanvallend gedrag.

Meerkoet310820E

Meerkoet310820H

Hein van Grouw, curator vogels van het Natural History Museum te Tring,
schreef me over de foto’s: “Omdat er nog een paar normaal gekleurde veren zijn,
en ook omdat de huid (poten) nog de normale kleur heeft, is het witte verenkleed
vrijwel zeker veroorzaakt door Progressive Greying. Dit dier heeft op jongere leeftijd
nog een normaal gepigmenteerd verenpak gehad, maar heeft als gevolg van een afwijking
het pigment progressief verloren. Sommige vormen zijn erfelijk, bij andere is de oorzaak onbekend”.

Woudaap010920
* Woudaap, Ixobrychus minutus, Little Bittern, Blongios nain, Zwergdommel *
Gisteren vloog er een juveniele koekoek bij de Benthuizerplas; die zie je niet zo vaak meer.
Op de plek waar hij inviel, stak een adult mannetje rietaapje zijn lange nek uit de rietkraag.
Deze maand zullen de (laatste) woudapen naar Afrika vertrekken. Ze trekken altijd in groepjes, ’s nachts.

Roerdomp020920
* Roerdomp, Botaurus stellaris, Eurasian Bittern, Butor étoilé, Rohrdommel *
Nog zo’n lange nek uit moerassige vegetatie, vanmiddag in Zevenhuizen. Het is een jonge roerdomp,
de grote neef van het rietaapje. Op zijn hals zag ik nog wat nestveertjes, bovendien lichtgele ogen.

Waterral020920
* Waterral, Rallus aquaticus, Water Rail, Râle d’eau, Wasserralle *
In dat mooie gebied rond de Rotte hoorde ik vandaag op diverse plaatsen waterrallen.
Meestal ‘zongen’ ze, een langdurig herhaald kiek kiep kiep kuup kuup kuup-kuup-kuup.
Eenmaal hoorde ik de opgewonden, keiharde kreet die lijkt op een ‘gillend speenvarken’.
Waterrallen produceren tal van geluiden. Hun alarmkreet lijkt op bedelende ransuilen.

Bruinewinterjuffer290820
* Bruine winterjuffer, Sympecma fusca, Common Winter Damselfly, Leste brun, Gemeine Winterlibelle *
Een vrouwtje bruine winterjuffer (legboor aan punt van onderzijde achterlijf) in Benthuizen.

Vrijwel elk jaar zweeft er wel een bruine winterjuffer door ons voortuintje.
Hij of zij hangt dan vaak urenlang aan de stengels of de bloemen van uitgebloeide lavendel.
Het kan onmogelijk hetzelfde exemplaar zijn. Immers, de bruine en de noordse winterjuffer
(die veel zeldzamer is en sterk op de bruine juffer lijkt) leven ‘slechts’ ca. tien maanden.

Voor juffers is dat overigens uitzonderlijk lang. Winterjuffers, vandaar de naam,
overwinteren echter als imago. Alle andere juffers leven slechts enkele weken.
De ‘echte’ libellen, de grotere exemplaren, leven hooguit enkele maanden.
Dus blijf ik met de onopgeloste vraag: waarom is onze kleine tuin met volop wind
zo interessant voor bruine winterjuffers dat ik ze elk jaar zie? De lavendel?
Of wellicht is het een even uitrustende trekjuffer die op zoek is naar een geschikte overwinteringsplaats.

 
* Interview in Nederlands Dagblad *

NedDagblad310820-1

In het Nederlands Dagblad van maandag stond een interview over Vogeldagboek.
U kunt het lezen: VUL HIER uw e-mailadres in en klik op gratis aanmelden.